United States or Kiribati ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men bakt een goed aantal beschuitjes uit 1 o., 8 l. half bloem, half stijfsel, evenveel suiker, 6 eijeren en 1 lepel uitgezocht anijszaad. Het is bij dit gebak zeer noodzakelijk dat meel en stijfsel beiden worden doorgezift; ook dat er volstrekt niets van de eijerdoijers door het wit raakt, omdat het schuim zeer stijf moet wezen. Deze aanmerkingen gelden ook voor de drie volgende recepten.

Men kan desverkiezende, onder in den schotel fijne vruchten leggen, die niet gekookt behoeven te zijn; dan echter neemt men in plaats van 4 lepels meel, slechts 1 lepel stijfsel.

Bereidde hij stijfsel met wijnsteenzure ammonia, dan ontstond mucor racemosus Fres. en hieruit oïdium lactis en na weinige dagen penicillium crustaceum Fres. De verschillende schimmelvormen, welke hier ontstonden, behooren derhalve tot deze eene soort.

Frankforter tabletten. 2 1/2 o. half bloem, half stijfsel, evenveel suiker, 4 eijeren, 1/2 geraspte notemuskaat en zooveel gestooten nagelen als op de punt van een mes wordt genomen. De geheele eijeren worden met de suiker en de kruiderijen een kwartier lang beslagen, dan het meel er doorgeklopt en de massa op eene gewaste plaat gestreken, met stukjes sucade of snippers er op gelegd.

Des verkiezende kan men blanc-manger ook zonder vischlijm, of een dergelijk bindmiddel gereed maken, en zich daarvoor naar het volgende recept rigten: 1 k. melk, ruim 8 l. suiker, 24 zoete en 8 bittere gestampte amandelen worden met wat citroenschillen gekookt; dan mengt men 7 1/2 l. stijfsel met wat water aan, roert er 5 eijerdoijers door, en laat alles, onder gestadig roeren, goed doorkoken.

Deze massa wordt, gedurende een half uur, sterk en gelijkmatig geroerd; dan doet men er 2 1/2 o. bloem bij, en bakt den koek bij den tweeden warmtegraad. Anijskoek. Men neemt hiervoor 10 eijeren, hun gewigt aan gezifte suiker, half zooveel fijngewreven stijfsel of meel, beiden gezift, en 5 l. anijszaad, waarvan de steeltjes zooveel mogelijk zijn afgewreven.

En hij, die de gezegde woorden binnensmonds sprak, stond achter de toonbank eener kleine komenij-winkel in de groote hoofdstad, en blikte langs stijfsel- en kandij- en blauwselflesschen waartusschen kleine broodjes en hompen kaas, benevens zwavelstokken en stukken pruimtabak op planken voor het venster lagen in een schuine richting naar boven, en zag, tusschen twee hooge schoorsteenen van huizen aan de overzijde henen, juist zóóveel van Gods lieven hemel, dat een pond vieren kaarsen daartusschen gehangen, het schoon geheel en al zou benomen hebben.

Eene kan, met rooden wijn vermengd, bessen- of kersensap wordt met suiker en pijpkaneel gekookt; dan roert men er 1 o., 1 1/2 lood aangemengde stijfsel in, en laat alles weder goed doorkoken. Men neemt den pot af, voegt het stijf geslagen wit van 9 eijeren er bij, kookt het nog even op, en schudt het in den omgespoelden, en met suiker bestrooiden vorm. Men eet den pudding met vanillesaus.

Dan kookt men een blanc-manger, van 5 m. melk met vanille, ruim 1 l. stijfsel, 6 eijerdoijers en 6 1/2 l. suiker, dien men als hij bekoeld is over de vruchten giet, waarna men alles met het geslagen eiwit bedekt, dit met suiker bestrooit en met een gloeijende schop bruint.

Men bakt het bij den tweeden warmtegraad en snijdt het aan stukjes, als het uit den oven komt. Suikerplaatjes. 2 1/2 o. stijfsel, 2 1/2 o. suiker, 4 eijeren, eene halve citroenschil of een half lepeltje foelie. Eerst roert men de eijerdoijers met de suiker en kruiderijen een kwartier dooreen, dan het stijf geklopte wit, en eindelijk, zoo vlug mogelijk, de stijfsel. Men bakt het volgens No. 94.