Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Om mijn geweer te grijpen, had ik de hand uitgestoken; maar hij vatte die in de zijne en trok mij zoo naar den wilg en de beide liggende olifanten. Vijf-en-twintig meter! twintig meter! vijftien meter! Het kon haast niet waar wezen; ze moesten ons zien of ons hooren, en tusschen de stengels door keek een der olifanten onzen kant uit en knipte met zijn kleine oogen in onze richting.
Merkwaardig is het te zien, hoe spoedig de golven uit volle zee, die door de verspreide stengels eene opene haven binnenrollen, in hoogte dalen en overgaan in effen water. Het getal levende wezens van alle Orden, wier bestaan ten nauwste van de kelp afhangt, is verwonderlijk groot. Men zou een lijvig boek kunnen schrijven alléén over de bewoners van een dezer zeewier-velden.
Harris en Negoro stonden beiden op, toen het geluid, dat reeds eens de aandacht van den Portugees getrokken had, zich weder deed hooren. Het was een geruisch tusschen de stengels van de hooge biezen aan den oever. Negoro bleef staan en greep de hand van Harris.
Hier en daar stond een bosje door den wind gezaaide en verwaaide reuzendistels, die den bijl weerstonden; hier en daar stond een tien voet hooge zwam, of de buigzame stengels van een dor afgebrand bosje reuzen-gras; doch dit was het eenige dat op de komst van het Voedsel duidde.
Kijk maar, wees Milly, hare hand boven de roemers uitreikend, dezen topaas zond hij me, op een avond, met een zijden touwtje rond de stengels van een bundel leeljen gebonden. Hij is achtkantig geslepen en hij heeft, naar men zegt, eene groote waarde. De topaas was groot en diep. Het kaarsenlicht brak er in en spitterde uit in honderd gouden stralen.
De stengels worden dan, zoodra zij afgestorven zijn, gelijk met de aarde afgesneden. De potten laat men daarna op een vorstvrije plaats overwinteren, en worden juist zóó vaak begoten, dat de aarde niet geheel uitdroogt. Beginnen in het voorjaar de jonge scheuten zich te ontwikkelen, dan zet men de potten dadelijk buiten en geeft ze meer water.
De Nachtegaal-rietzanger, bij Rotterdam Snor genoemd (Locustella luscinoides), is meer bruin van kleur dan de vorige soort en heeft eenigszins zeisvormige vleugels. In ons land werd hij tot dusver slechts aan en bij de Maas, bij Kralingen en in het Kralinger meer, broedend gezien. Hij bewoont het riet of het gras, klimt zeer vlug langs halmen en andere stengels op en loopt met gemak langs den grond. Zijn zachte, snorrende zang heeft deze eigenaardigheid, dat hij niet van de zijde waar de Vogel zich bevindt, maar van de tegenovergestelde zijde schijnt te komen. Het nest is 1.5
Haar stengels werden dikker, hooger en hooger schoten ze op. De bladeren werden langer en langer, breeder en breeder. De plant leek een struik, een boom haast.
Dit gehaspel veroorzaakt vertraging, zoodat wij eerst tegen den middag vertrekken kunnen. Nadat wij, niet zonder moeite, door eene diepe beek zijn getrokken, komen wij op eene vlakte, die met hooge boomen is begroeid, welke gaandeweg vervangen worden door groote bosschages van bamboe, waarvan de krachtvolle stengels eene hoogte bereiken van dertig tot veertig voet.
Overal is de lage katoenboom aangeplant, welks witte bloemvlokken als sneeuw uitgebreid liggen op het zwarte Nijlslib. Koren, gerst en rijst treft men er veelvuldig aan, terwijl de maïs zijne goudgele en gevulde stengels boven de velden verheft. Hier en daar prijkt een groep dadelboomen, die tegen het onbewolkte blauw des hemels scherp afsteken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek