United States or Morocco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niemand wenscht, dat ge gaat opstaan, niemand valt u lastig, ge kunt blijven zitten zoolang het u behaagt; en mogelijk zal er voor uw genoegen ook nog muziek wezen, een oostersche muziek, nog al melancholiek, met halve tonen en niet altijd in de maat, ook niet al te klankrijk, maar kalmeerend, rustig stemmend.

En dat alles onder een prachtigen hemel, schitterenden zonneschijn en onbewogen, doorschijnende lucht, zonder een spoor van nevel of damp en zonder dat toch 't een of ander hard en onafgerond schijnt. 't Is een kalm en vredig stemmend landschap, een tooneel, dat men zich telkens voor den geest roept en dat eigenlijk niet door een beschrijving is weer te geven.

Reeds op zichzelf zoo melancholiek, werd het nog droeviger stemmend door de vallende schemering en door de aanwezigheid van een bruiloftsstoet van arme lieden, die het naburig dorp weer bereikte onder de tonen van een ellendige inlandsche muziek, en door lugubere toebereidselen voor een begrafenis van pestlijders!

Intusschen herinner ik mij, dat Gijsbrecht van Aemstel, in de zooveelste acte van zijn treurspel een parlementair ontvangt. Vondel heeft blijkbaar zijn theorie goed gekend. De kennis van zijn treurspel bezorgt mij een tot vreugde stemmend cijfer; de les gaat voort.

Spoedig daarop ontving ik een mij zeer aangenaam stemmend gunstig antwoord. Uit haar brief haal ik aan, wat op de zaak betrekking heeft. "Natuurlijk moogt gij gaarne met eene levensbeschrijving beginnen. Zelf zou Tolstoi u wel willen antwoorden op wat gij hem gaat vragen, maar dan zult ge u moeten haasten, bijna toch was aan dit ons allen zoo dierbare leven een einde gekomen.

Zij voert mij terug naar tijden, waar ik niet meer aan denken mag. Zij maakt mij week en weemoedig. Zoo vlieten dan mijn dagen henen, kalm, rustig, vredig als het beekje diep in het bosch, rustig en vredig stemmend, wie van zijn aanschijn geniet. Als het kind, dat ik onder het hart draag, een meisje mocht zijn, wat of ik dan voor haar zou wenschen?

34 Zóó waren, loodkleurig, de treurende schimmen in het ijs, er onder tot daar waar het blozen troont, de tanden stemmend op den toon van den ooievaar. 37 Elke hield het aangezicht naar boven gekeerd: bij hen verschaft de koude zich een uiting door den mond, en door de oogen het droeve hart.

Is het een gelukkig, een heilrijk verschijnsel in den menschelijken geest, dat het eindig wezen zijne nietigheid doet gevoelen en tevens het verheft, stemmend tot nederigheid en tot aanbidding te gelijk, een heerlijk, zalig gevoel en het meest verhevene waarvoor de ziel vatbaar kan zijn, de menschen wekkend om elkander lief te hebben en te leven voor elkanders welzijn?