Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


"Moedertje," antwoordde hij, "ge hebt altijd gelijk, ik heb mij vreeselijk afgetobd, want geldzaken grijpen een mensch steeds zeer aan. Nu, de mijnen zijn in orde, zoo goed als in orde, want mijnheer de baljuw zeide: Vrind Voss, ik zal er in dank aan denken. En morgen bij tijds moet ik weêr naar Stemhagen." Daarop ging hij in het slaapvertrek, legde zich neder, en dadelijk sliep hij in.

"Dat moet ik een verstandigen inval noemen, Hendrik, ik heb van avond ook nog wat in Stemhagen op het slot te doen, en mogelijk heb ik met u ook nog te spreken, en daarom, Hendrik, rijd niet af, vóór dat ik gekomen ben; maar ik kom eerst laat, als alles in orde is." Hendrik beloofde, op hem te zullen wachten, en reed op Stemhagen aan.

"Welnu, lief kind," sprak de overste, "schrijf mij dan hier je naam eens in, en de plaats, waar ge t'huis behoort; maar in 't platduitsch." En Fieken schreef in het zakboekje van den overste: "Fieken Voss, op den Gielowschen molen, onder Stemhagen."

Deze Jahn gaat eens met een' student in Berlijn de straat over en komt aan de Brandenburger poort, want ze hebben in Berlijn even zoo goed een Brandenburger poort, als wij in Stemhagen, en hij wijst naar boven, waar de godin der overwinning vroeger gestaan heeft, die de Franschen meêgenomen hebben, en nu vraagt hij dien student, wat hij daarbij wel denkt. "Niets," antwoordt deze.

Waartoe handelt de oude Hijmann en de oude Lijp en de andere joden in rood en geel lint? Groen? Waartoe heeft de stad Stemhagen dan de denneboompjes in het stadsbosch doen zetten?" "'t Is waar," sprak de oude Witt, want de maat was nu geheel en al vol. "Wat zegt gij, molenaar Voss?" vroeg de raadsheer.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek