United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op eenigen afstand van haar was een burgervrouw van middelbare jaren aan 't spinnewiel gezeten. Zij scheen minder stof tot gewichtige overdenkingen te hebben, althans haar tong klapte onophoudelijk voort en hield gelijken gang met de snorrende draden, die zich door hare handen bewogen.

De Nachtegaal-rietzanger, bij Rotterdam Snor genoemd (Locustella luscinoides), is meer bruin van kleur dan de vorige soort en heeft eenigszins zeisvormige vleugels. In ons land werd hij tot dusver slechts aan en bij de Maas, bij Kralingen en in het Kralinger meer, broedend gezien. Hij bewoont het riet of het gras, klimt zeer vlug langs halmen en andere stengels op en loopt met gemak langs den grond. Zijn zachte, snorrende zang heeft deze eigenaardigheid, dat hij niet van de zijde waar de Vogel zich bevindt, maar van de tegenovergestelde zijde schijnt te komen. Het nest is 1.5

Platte, snorrende watertorren gelijken zij, nu rechts, dan links schietend in toomelooze vaart, soms gekalmeerd in hun ren door de stevige trossen, waarmede zij nu, vastgemeerd, een grooten, hulpeloozen, onhandigen broeder moeten voortsleepen, maar altoos nerveus jagend, tartend den spitsen kop uit de schuimende baren omhoog stekend.

Hij staat zoo hoog, dat het mij is alsof hij over de grenzen van het bestaande heen kan kijken en onze aarde als een grooten bol, met niets, niets, onder zich en hij zelf alleen er boven, in den blauwen ether ziet drijven. En hij blijft daar dobberen, wiegelen, deinen in de snorrende luchtstroomen, die hem omvangen houden met hun zachte armen.

Beiden moeten zij de gansche week hard werken: Theofielke wit-bestoven van het meel als een groote, bleeke meikever; Deeske grauw en vuil, met gore kleeren, als een echte aardewroeter. Van op zijn molen, tusschen de snorrende raderen, ontwaarde Theofielke in 't verschiet, half verborgen in het loover van den boomgaard, de spitse, grijze stroodaken der boerderij waar Deeske werkte.

Het gedruis van staal en snorrende wieken was om zijn top. Een wild gefladder wemelde er door de lucht om, van spookachtige verschijningen op vleermuizenvlerken, die er warrelden door elkaar. Zij veranderden in het bewegen van gedaante, als wisselden zij van vorm.

Het geluid, dat hij gewoonlijk voortbrengt en in den regel laat hooren, als hij opgejaagd wordt, klinkt als "tserr" of "tserb". Het gezang van het mannetje is een zacht, maar zeer liefelijk gesnap; het bestaat uit snorrende geluiden, die zacht voorgedragen worden en tjilpende, die beter hoorbaar zijn; het herinnert zoowel aan sommige gedeelten van het lied van het Blauwborstje, als aan het getjilp van den Tapuit; door Snell wordt het zeer juist vergeleken met het zachte klateren en ruischen van een over een steenachtige bedding stroomend beekje.

Doch er was geen vertrouwen meer in de schuwe, glurende oogjes, en toen hij een stap naderde, vloog het vlugge diertje in een snorrende vlucht heen. 'Weg! weg! een mensch, tjilpten de musschen, die op het tuinpad bij elkaar zaten, en zij vlogen naar alle zijden uiteen. Ook de opene bloemen lachten niet, maar staarden ernstig en onverschillig, zooals zij bij iederen vreemde doen.

En heel 't gedoen kwam in drukke beweging; daarmede was 't gerucht plots door die stilte gevallen en na 't verschot bedaarde 't nu wat als iets dat gewoon door de kamer klabetterde en altijd geduurd had. De spoelen rolden kruisend al snorrende over en weer en latten wisselden en sloegen onder 't gestamp van de geterden, dat alles op gemeten slag en geklets dat galmde naar buiten.

Laat ze zich terugtrekken naar de eenzame hoogplateau's, waar het Edelweiss nog bloeit in ongerepte pracht, de berglokomotieven hebben haar spoedig bereikt. Laat ze, ook in onze lage landen, de wijk nemen naar afgelegen oorden, snorrende auto's volgen weldra verdelgend haar spoor.