Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
En dat zwarte werd zonder overyling altyd wat bruiner en gryzer en lichter ... waarachtig, er naderde een menschelyk wezen. Heel natuurlyk. Gerrit Sloos kwam de deur openen, en beslofte reeds de ruimte naast de paktafel. Nog één sekonde, en de slotbrug van het tooverkasteel zou worden opgehaald. Wat vreemds lag daarin?
Parcival staarde en staarde; hij kon bijna niet gelooven, dat het werkelijkheid was, wat hij zag, maar hoor! daar klonk bazuingeschal en een koor van blijde stemmen vervulde de lucht. Dreunend viel de zware slotbrug neer en eene jubelende schare stroomde hem tegemoet.
De Bisschop weet, dat gij onvoorbereid zijt: hij zal het eenvoudige voor lief nemen. Maar hoor! men blaast aan de slotbrug: daar is hij zelf." "En een half dozijn vrouwspersonen met hem," zeide de Abt, uit het venster ziende: "wat heb ik u gezegd?" "Waarlijk?" riep Aylva misnoegd uit: "dat had ik niet van hem verwacht."
Gijsbrecht hielp Bertha in den zadel, en weldra reden zij de slotbrug over, door de bedienden van het kasteel met een hartelijk: "Goede reis, God behoede u!" begroet. Bertha schikte zich blijkbaar in het onvermijdelijke, want zij sprak over allerlei zaken, behalve over haar droom.
Van de muren van het kasteel schalden de juichkreten, de poorten werden geopend, de breede slotbrug werd neergelaten en eene blijde menigte volks kwam Gareth tegemoet, toen hij zich aan de hand van Lynette naar den ingang van het slot begaf.
Nadat alle aanwezigen een hartelijk afscheid van Enide hadden genomen, reden de beiden zwijgend de slotbrug over.
Toen hij zijn kasteel naderde, reed er voor hem een donkere gedaante. Niet op een paard op een bok. Hij zat achterstevoren, zoodat de heer van Stenhuisheerd het gezicht kon onderkennen. Het was de duivel, met zijn grijnzend gelaat, en hij wenkte hem. Achter elkander reden ze over de slotbrug, hun beide dieren gingen stapvoets, het een onmiddellijk bij 't andere.
Met welk een welgevallen wierp Gareth de donkere kleederen van zich af, die hem alle vernederingen van het afgeloopen jaar in herinnering brachten en met welk een schuchteren eerbied kleedde hij zich in zijne wapenrusting, de eerste, die hij ooit gedragen had. Thans was hij gereed en onder de juichkreten van zijne vroegere metgezellen reed hij de slotbrug over.
Met een beker wijns werd het onderhoud besloten, en eenige oogenblikken later zaten Arkel en Reinout te paard en reden zij de slotbrug over, gevolgd door de twee dienaars van eerstgenoemde, mede te paard, en de draagstoel, waarin Madzy zich bevond, en welke door een boerenknaap gemend werd. IJselstein en de getrouwe Peter deden hun uitgeleide tot over de brug.
"Gij hebt gelijk," antwoordde de Graaf, die, den omgang aan de voorpoort op en neder wandelende, de op de slotbrug aanrukkende vijanden inmiddels in 't oog hield: "doch wij hopen het hun te beletten. Wordt het geschut op den achterwal goed bediend?" "Voortreffelijk," hernam Feurich: "maar wat vermag één veldstukje tegen een menigte, die verspreid en op verschillende zijden de rivier oversteekt?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek