Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


»Ook wel," hernam Marten. »Maar ziet u, zooeven zag ik Hopman Wybe Sjoerds met zijn vendel Saardam verlaten, zoodat wij elk oogenblik een inval van de Spanjaarden te wachten hebben. En nu vrees ik, dat Vader..."

De geschiedenis van Magnus Forteman kan niet gereedelijk voor waarheid worden aangenomen; doch het bestaan van zoodanige gezagvoerders, als door het Potestaatschap wordt bedoeld, kan men ten zijne tijde niet betwisten. Men leze hierover ter bevestiging v. Rhyn's Nabericht, bl. 410, 411, 417-420; F. Sjoerds, Jaarb. I. 440-444, 464, 473; II. 9, 64, 84, 85 en de aldaar aangehaalde schrijvers .

Het was voor den geleerden Emmius en in navolging van hem voor Foeke Sjoerds en den schranderen van Rhyn, die evenwel hier en daar niet zoo gestreng is, niet moeijelijk, het gezag van andere Schrijvers te verwerpen, en, wat niet met krachtige bewijzen gestaafd konde worden, voor fabels te verklaren.

In de genoemde werken van Knoop, Foeke Sjoerds, de Tegenw. Staat enz. zijn daarover bereids belangrijke bijdragen gegeven. Zeer belangrijk is mede het werkje van den lateren Hoogleeraar Seerp Gratama, de gelukkige Toestand van Friesland betoogd, Harl. 1795. Uit deze thans weinig meer voorkomende geschriften wil ik de volgende bijzonderheden, tot kenschetsing van dit tijdvak, mededeelen.

Marten kan niet in de Westzijde komen, zonder den Dam te passeeren, en daar móéten zij hem haast wel opmerken..." »O Moeder, laat dat maar aan mij over," viel Marten lachend in. »Ik weet wel een middel om de Westzijde te bereiken zonder den Dam te passeeren, en bovendien kan ik Kees meenemen. Als Wybe Sjoerds of zijn fraaie vaandrig dien zien, zullen ze mij wel met rust laten.

»Kom, wat een dwaasheid!" viel Jan Gerritsz in. »Hopman Wybe Sjoerds is naar Alkmaar vertrokken zonder daartoe bevel te hebben ontvangen, en je zult eens zien, hoe gauw hij weer hier terug is. Denk je, dat hij voor zijn pleizier aan de galg wil komen? Ze zullen het hem in Alkmaar wel duidelijk maken, dat het zijn plicht is, hier te blijven.

Omtrent den jare 1100 was er een voornaam Bouwkunstenaar, zijnde een Fries, die voor den Bisschop van Utrecht eene fraaije kerk bouwde, doch misnoegd over deszelfs behandeling, den Bisschop om het leven bragt. Dit zal het bedoelde geval zijn 't welk voorkomt in F. Sjoerds, Jaarb. Bl. 72. In den jaare 1110.

Met opgave van al de bijzonderheden is dit onderwerp uitvoerig behandeld in het vierde deel van den Teg. Staat, bl. 273. Zie ook FOEKE SJOERDS, I 265, II 452; Regist. der Staats-res. op Dijken, enz. Het Kerkbestuur.

In de herfst steeg de nood ten top, een groot aantal leefden van distels en zeker kruid, hondribbe genoemd. Verg. West. Jaarb. I. 356; F. Sjoerds, Jaarb. Bl. 97. Omtrent den jaare 1280. De ware oorsprong der oude Partijschappen, zoo in Friesland als andere Provincien en Landstreken, is veelal met de oudheid zelve verdwenen, en de waarheid dus moeijelijk uit te vinden.

Vele Raadsbestellingen der steden zijn opgenomen in de drie laatste deelen van den Tegenw. Staat; in het 4e dl. daarvan is eene uitvoerige beschrijving van de geheele Regering. Zie ook FOEKE SJOERDS, Beschrijv. De Dijksgeregten.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek