Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Als iemand voor de kooi op de gitaar speelt, springt hij, alsof hij gek is, bij de traliën op, en blaft en sist zoolang als de muziek aanhoudt. Hij tracht nooit de klauwen voor het verscheuren van zijn prooi te gebruiken, maar pakt deze steeds met de tanden aan.
Vierhonderd vijftig cubiet is de zandbank lang; de kronkels van Apep bedekken ze zoodanig, dat er niets te zien is dan de rivier er om heen. Luid sist en brult hij en de Duat wordt vervuld met den donder van zijn stem, doch Isis deinst niet terug, noch houdt zij op met haar tooverformules te reciteeren en met de tooverachtige bewegingen, die zij maakt met haar handen.
Hebt gij dan gansch geenen geest van erbarmen? 37 Menschen waren wij: en nu zijn wij takken geworden; wel had uwe hand vromer mogen zijn, indien wij zielen van slangen waren." 40 Gelijk uit een groen stuk brandhout, dat in brand gestoken is aan het ééne einde en aan het andere eind weent en sist door den wind, die er uit weg gaat;
De woudduif koert.... Daar ritslen dorre blâren... O, angst! daar schuifelt iets: twee vonken staren... Het sist een adder slingert zich om ’t been: Zoo slingert zich, in deze stille stonde, Het zoet verlangen naar de zoetste zonde Gelijk een adder om mijn ziele heen....
De eenige uitzondering die ik op dezen regel ken, zijn de zeldzame gelegenheden, dat we een mannetjeshoutsnip verrassen, hoe hij als een hazelhoen op een boomstam paradeert, terwijl hij vlerken en staart uitbreidt en wonderlijk sist en sputtert onder 't op- en neergaan. Wie dan naderkruipt, zal nog twee of drie vogels opjagen, die naast den boomtronk of in 't kreupelhout vlakbij staan te kijken.
Twee komen d'r binnen hossen, twee mannen, die aan 't walsen slaan, bonkend tegen paren. D'r sigaren spatten tegen de japonnen. Vonken dwarrelen mee in de draaiing. Roem-roem-roem-roem. De lijven schokken, de beenen trappen. 't Zand op den grond sist en kraakt. Roem-roem-roem-roem. Even uit. De muziek zwijgt. De paren staan stil, puffend en zweetend.
Geertje blikt naar de wieg; roept haar echtvriend toe: "Kom, Peter, geef 't ventje maar hier!" en Peter zegt: "Nou, mopske! er uut maar!" en 't levende rolletje tilt hij omhoog; drukt het roode hoofdje tegen zijn gebruinde wang; legt het daarna in den arm der moeder, en terwijl Peter zich zijdelings op den bedsteerand nederzet, mokkelt Geertje haar krijtend jongske en als Peter op Geertje en Franske nederziet, en later naar de bedstee-zoldering blikt met een innig "Goddank!" dan pruttelt en sist de appel sterker; dan tikt de hangklok als altijd, en, klokt het tevens in de bedstee.
Ik verlaat hem voor altijd juffrouw Anna. Nu kan, wie wil, hem meênemen." Hij buigt zich neer om Gösta op te tillen. Maar daar komt Anna vlak bij hem, ziet hem doorborend aan en sist als een gemarteld dier: "In Gods naam, man, rijd naar huis. Weet je niet wie er in den schommelstoel op de zaal zit en op je wacht? Durf je hem te laten wachten?"
Jammer dat ze van geen betere familie is: ik zou haar anders bepaald 't hof maken, misschien trouwen..." "Ze is charmant, dat geef ik je gewonnen, maar geen partij." "Daarom: pour le badinage bon, pour le mariage non!" "Pour le badinage," sist Dorus onwillekeurig tusschen de tanden "zoo'n vlegel!" Hij is op 't punt zich in 't gesprek te mengen, maar hij bedenkt zich nog bijtijds.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek