Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Sergius en Cascabel, die het gevoerde gesprek gedeeltelijk verstaan had, namen na deze belofte afscheid van de twee vreemdelingen. Het uiterlijk dezer mannen boezemde weinig vertrouwen in, doch dit mocht geene reden zijn om hun geene hulp aan te bieden. De eene schipbreukeling is immers den ander bijstand schuldig.
Bovendien gaan wij niet blindelings op weg, zeide Jan, vooral niet nu wij zulk een bekwaam aardrijkskundige als mijnheer Sergius bij ons hebben. Nu, wat dat betreft, antwoordde Sergius, een aardrijkskundige is niet slimmer dan een ander mensch, wanneer hij zijnen weg heeft te zoeken in een land waar hij niet bekend is.
Den daarop volgenden dag, dat was de 23ste October, konden zij niet vóór negenen op marsch gaan en toen was het nog maar nauwelijks licht genoeg. Sergius merkte op dat het minder koud was geworden. In het noordoosten pakten eenige wolken zich aan den gezichteinder samen. De thermometer ging een weinig naar boven en ook de drukking van de lucht werd, blijkens den barometer, iets minder.
Over al deze gevaren, die zij te gemoet gingen, liep op zekeren avond hun gesprek. Ik ben er niet bang voor, zeide Cascabel, die nooit den moed verloor. Wij zullen er ons wel doorheen slaan. Ik help het u wenschen, antwoordde Sergius.
Er ontstond zulk eene intieme verhouding tusschen mijn grootvader en dien zelfden Sergius Feodorowitsch en zijne familie, dus ook met zijne vrouw, dat mijne moeder, toen ze nog heel jong was, reeds aan een van de tien zoons van Galitzin werd toegezegd.
Als er niets tusschen beide komt, antwoordde Sergius, dan zal dit wel zoo wezen. Iets tusschen beide komen? vroeg Cascabel. Wat zou er tusschen beide kunnen komen? Gij kunt nu zonder eenig bezwaar de grens passeeren; onze papieren zijn in orde; gij maakt deel uit van mijnen troep en geen mensch ter wereld kan denken dat er zich een graaf Narkine bij ons bevindt.
Het was maar al te duidelijk dat de beesten zoodra het licht werd van zins waren eenen aanval op den wagen te doen. Als zij op ons afkomen, zeide Sergius, zijn wij ten eenenmale weerloos, wij hebben alle kans dat zij ons de baas zijn. En wat moeten wij dan beginnen? vroeg Jan. Wij moeten maken dat wij wegkomen. Wanneer? vroeg Cascabel. Zonder een oogenblik te verliezen!
Vermoedelijk genoten die even veel vrijheid als hun zelve gelaten werd. Het bleek dat zij niet achter slot gehouden werden, maar in een hol aan het andere einde van het dorp verblijf hielden. De inboorlingen verzetten er zich volstrekt niet tegen dat Sergius en Cascabel hen daar kwamen toespreken.
Al staat de rede bloot aan dwalingen, toch moet zij op hooger prijs geschat worden. Dat valt niet tegen te spreken, zeide Sergius. Al onze dwalingen, die wij mettertijd leeren inzien en verbeteren, vormen den weg van den vooruitgang. Maar in elk geval, hield Sander vol, blijf ik bij hetgeen ik gezegd heb. Die bevers hebben niet school behoeven te gaan.
Bovendien was het ijs minder stevig aan de randen dan in het midden, waar het verscheidene voeten dikker was. Gedurende den nacht hielden Cascabel, Sergius, Jan en Kruidnagel om beurten de wacht. Zij keken scherp uit in de dikke duisternis, te midden waarvan zij de witte reuzengevaarten als spoken voorbij zagen, glijden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek