Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Van Béroul's werk is een fragment van ongeveer 3000 regels bewaard gebleven; dit werd de bron voor de eerste bewerking der sage in Duitschland. Hiermede wordt bedoeld het werk van Eilhart von Oberge, een vazal van Hendrik den Leeuw, hertog van Brunswijk, die zijn gedicht geschreven moet hebben tusschen 1190 en 1213.
Toen deze Finsche Apollo, zoo heet het in die sage, wenschte, dat de menschen zich op aarde in verscheidene nationaliteiten verbreiden en ieder volk zijne eigene taal hebben zou, plaatste hij op een hoogen berg een tooverketel, en maakte er een vuur onder aan, om de talen voor de volken, die hij bijeenriep, te kooken.
Dat zijn bosnymfen die in 't voorjaar uit de knoppen van de bomen ontstaan, doch alleen maar onder de schaduw der bomen kunnen leven, zeker wel een Oosterse sage. Het leger slaat zich in dat bos neer en de soldaten van Alexander kiezen elk zulk een nymf uit die zij zich tot vrouw nemen en zo leven zij in vreugde en genot.
Sommigen dezer sagen en legenden zijn verdroomd in 't groote hart van Nederland. Velen leven nog onder de "denkers," zooals iemand ze mij noemde. Smartelijk schrijf ik, dat soms de sage vergaat, wanneer ze gedrukt is. Ik ben niet de eerste, die dit constateer. En toch niet op mij zal deze schuld rusten.
Hier hebt ge dan een twintigeeuwsche bewerking, om de "Vier Heemskinderen" weder populair te maken voor dezen tijd. Aldus zal deze oude sage steeds nieuw blijven. In 1908 verscheen de laatste Hollandsche Uitgave van de Ferguut, en wel van dr. Eelco Verwijs, opnieuw bewerkt en uitgegeven door dr. Verdam.
Wat nu de verhouding tusschen "Le Morte Arthur" en de vertolking onzer sage in Malory's prozawerk betreft, zoo is door sommige geleerden de stelling opgeworpen, als zou de laatste aan het Middel-Engelsche gedicht zijn ontleend.
Hiervoor hadden de oudere dichters in de grootheid hunner beeldende verhalen geen oog gehad, en naar den eigen aard van het volk ontwikkelde zich de sage ten laatste in de van ijs omgeven noordelijkste landen tot zangen van de meest bloederige tafereelen en hevigste wraak. De mythische ondergrond is meer en meer onder menschelijke levenservaring verdwenen.
Zijne theorie omtrent het ontstaan der legende is te vinden in het tweede deel zijner uitgave van een der eerste Fransche Tristan-gedichten, n.l. dat van Thomas, een Normandisch dichter uit de 12e eeuw. Bédier onderscheidt drie tijdperken in den ontwikkelingsgang der sage.
Op deze "estoire" beroept hij zich eenige malen, maar toch moeten wij aannemen, dat de sage in hoofdzaak eene oorspronkelijke schepping van den dichter is geweest, al mag hij er hier en daar eene episode uit een reeds bestaand verhaal doorheen geweven hebben. Van het werk van Chrétien de Troies werden in de Middeleeuwen drie dichterlijke bewerkingen gemaakt.
Wij mogen wel als zeker aannemen, dat deze voorstelling van zaken niet door den volksdichter is verzonnen, doch dat hij haar ontleend heeft aan een Nederduitsche sage. Van den Gotenkoning ERMANARIK en een zijner voorname heeren wordt ons bijna volkomen dezelfde geschiedenis verhaald; ook in Deensche liederen treden koning ERIK GLIPPING en zijn maarschalk, ridder STIG, in dezelfde verhouding op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek