Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Te vergeefs protesteerde Hymir dat zijn gewoon vischterrein bereikt was en dat hij de verschrikkelijke Midgardslang zoude kunnen ontmoeten als zij zich nog verder waagden; Thor roeide met volharding voort, totdat hij dacht dat zij vlak boven dit monster waren. Op donkeren bodem onder zilten vloed, Lag neer de reuzenslang in sluimering zoet, Er is geen macht die haar ontwaken doet.
Het schijnt, dat ik in 't eerst, toen ik pas na de schipbreuk de kust bereikte, en vóór ik nog kwam aan de plaats waar ik slapen ging, te verward was om te merken dat mijn hoed, dien ik met een koord om mijn hoofd had vastgemaakt terwijl ik roeide, en die al den tijd dat ik zwom erop gebleven was, afviel vlak nadat ik aan land kwam; zeker doordat door een of ander toeval de koord brak; terwijl ik het niet merkte, maar dacht dat ik mijn hoed op zee verloren had.
Nu vreesden zij voor verraad en beraadslaagden over de maatregelen die genomen moesten worden. Intusschen kwam van achter het vreemde vaartuig een kleine, nette boot te voorschijn, die als een notedop op de golven danste, naar den ingang van de baai roeide en daar verdween. De mannen die boven stonden konden haar nu niet meer zien, maar wachtten geduldig af, wat er beneden zou voorvallen.
Hij veranderde zijn koers een weinig en roeide voort. En nu barstte de storm los. Gelukkig was die niet zeer hevig, anders zou hun zwak bootje gezonken zijn, maar toch hevig genoeg om hen in groot gevaar te brengen. Als een veertje rees het bootje op de golven, doch het was laag van boord, en bij elke rijzing schepte het een weinig water. Maar nog erger wachtte hen.
Ik was intusschen een paar jaren ouder geworden en ik bezat een licht en elegant roeibootje, waarmee ik 's zomers op 't kanaal ging varen. En zoodra de groote Meylegemsche Meerschen goed overstroomd waren, roeide ik in mijn schuitje een eind het kanaal op, nam het er uit, droeg het op mijn sterke schouders over den berm heen en lei het daar op 't blonde water der verdronken weilanden.
Zij klom er snel op, roeide met de riemen in zee en daar zij eenigszins de zeevaart meester was als al de vrouwen op dit eiland, heesch zij het zeil, stak de riemen in het water, wierp de roerpen achteruit en liet zich geheel gaan voor den wind.
Pels hoorde het; roeide er heen en nam Douwes in zijn schuitje. George en Huibert liepen hard weg, en zagen uit de verte toe wat de Baviaan Douwes toch wel doen zou. Maar hij deed hem niets. Hij roeide eenvoudig naar den wal, zette Douwes op den kant en zei alleen: "Wees voortaan voorzichtiger, manneke, als je bij de sluisdeuren gaat visschen, in plaats van naar school te gaan, zooals je moet!"
Daarop besloot zij, als een verstandig meisje, de rots weer te verlaten op dezelfde wijze als zij er gekomen was, namelijk, door middel van een bootje. Zij stapte er veilig in en roeide een eind ver in zee, met het oogmerk terug te keeren naar de plaats, waar zij van daan kwam.
Toen we op hem af kwamen, de zee bedekkend en blazend op onze horens, zette hij zich af van den schoener in de kleine boot, samen met de drie zwarten, en roeide naar de doorvaart. Ook daarin was hij weer een dwaas, want geen verstandig man zou zee kiezen in zoo'n kleine boot. De boorden waren geen tien duim boven het water. Twintig kano's gingen hem achterna, gevuld met tweehonderd jonge mannen.
Hij wist, dat dit komen zou, maar dat de Czaar zelf zich als een gewoon hoveling daarbij aangesloten had, was hem onbekend. Wie beschrijft dus zijne verbazing, toen hij zich door een der opvarenden hoorde toeroepen: "Smid! Smid! Kom bij ons!" En zijne verbazing nam nog toe, toen hij in den man, die hem riep, den Czaar herkende. Dadelijk roeide hij naar het vaartuig en klom aan boord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek