Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Een gedistingeerd heer, peinsde Snepvangers, iemand met voorname manieren, zeker een notaris! Eindelijk legde het heerschap de krant neer, zette zijn monocle op en keek met lichtblauwe oogen eventjes Snepvangers aan. Schoon Meiweer, Mijnheer, knikte Snepvangers vertrouwelijk. Puik weer, klonk het hoffelijk antwoord.

Zijne akrostieken, rondeelkens, stanzen en madrigalen moesten beschouwd worden als het puik van wat een beleefde en begeerlijke liefde geven kon. Hij had het plan opgezet van een wonderlijke "Ars amandi, of handleiding tot het aanwenden van keurige minnelisten." Kortom, mijnheer du Bessy had het kuische hart van juffrouw Henriëtte ganschelijk veroverd.

En verre dwaalde ik niet, want ik bestreek Een jonkman de oogen, die Athener bleek, En in zooverre ben ik puik geslaagd, Dat heel die twist mij kostlijk heeft behaagd.

Wiens breinkas gestoffeerd met puik van waarde stoffen, Zal ooit op eenge stoff, wiens loff maar stoff is stoffen. of Een keurger keure, keur de keur, met keur in 't leezen; In 't geen hy keurig keurt, met keur 't zyn uit te leesen.

Hij was puik puik!" "Ik denk toch, dat dit zotte gebruik van de min verlichte tijden niet lang meer duren zal," hervatte de andere spreker. "Daar zal eens een hartig woordje bij de aanstaande vergadering over gewisseld worden," zeide Bleiswyk: "Ik heb het zelf van den Heer Duyk gehoord. Nu, die van Utrecht hebben ook heftige klachten ingeleverd, en waarover, denkt gij?

Ze werd wakker, maar bleek na haar slaapje wat beter gehumeurd, commandeerde me, haar een eindje voor te lezen en eens te laten zien, welk beuzelachtig boek ik de voorkeur gaf boven den waardigen en leerzamen Belsham. Ik deed mijn uiterste best en 't beviel haar puik, maar ze zei niets anders dan: "Ik begrijp niet waar dat allemaal over is; begin nog eens van voren af aan, kind!"

IJsbrant-baas houdt haar in eere: Beugel, bouwen, haak en huik, Alles draagt zij pronk en puik; Vrijers krijgt ze heinde en veere; "Maar ik zie voor Roeltjen toe," Zegt de waard der Bonte Koe. Als, om 't klappen van zijn schijven, Haar een lansk van trouwen praat, Of een wulp haar gadeslaat, Die zijn boêl in 't riet liet drijven, Roept hij: "Duimkruid hoort er toe, Voor een waard der Bonte Koe."

't Was een rommeltje van planten en bloemen waar hij langs ging, met een ruischen van bladen achter zich, een overschot dat niet puik genoeg was voor de serre, sierplanten die geen plaats hadden kunnen vinden in het heerenhuis.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek