Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Van een paar schimmeltjes, die voor de deur stilhielden en waarmee de eigenaar met groot zelfbehagen pronkte: "Leelijke koppen!"
De rector van het gymnasium onderwees hem nu in het Hebreeuwsch, probeerde hem den bijbel in den grondtekst verstaanbaar te maken; hij bracht den man in verlegenheid door zijn bemoeizuchtige vragen, waaruit duidelijk genoeg bleek, dat hij liever met zijn twijfel pronkte dan dat hij een antwoord vond.
De eerstgenoemde bynaam leeft nog in de maagschapsnamen Liebaert en Lybaert, en deze namen zijn zekerlik ontleend aan een wapenschild, dat den »liebaert" vertoonde, en als huisteeken aan eenen gevel pronkte. Waarschijnlik is de geslachtsnaam Luypaert eene verbastering van Liebaert. In allen gevalle zal deze naam ook wel aan een wapenschild op eenen gevelsteen ontleend zijn.
Mij dunkt, Dolf," vervolgde hij, met zijnen vinger naar het gebloemd satijnen vest wijzende waarmede Adolf pronkte, "mij dunkt dat is mijn vest." "O, meester, dat vest was overal met wijn bemorst. Natuurlijk kon een gentleman van meesters fatsoen zulk een vest nooit meer dragen. Ik dacht dat ik het wel hebben mocht. Voor een armen neger zooals ik, is het nog goed."
Bernard , te Aduard begonnen; dat met eene prachtige kerk en 4 toorens pronkte, deftiger als 'er ooit tusschen de Eems en Lauwers te zien is geweest. In den jaare 1196 ontstond te Groningen onder de burgerye en hunnen Bisschop een groote onlust, over de kerk van St. Walburg.
Maar hun schedels zette hij in zilver en zond ze aan Nijdhod, maakte van hun oogen edelsteenen, voor de sluwe moeder een schitterend geschenk, en smeedde uit de tanden van haar twee broeders een blinkend sieraad voor Bodwilds borst. Korten tijd daarna gebeurde het, dat de gouden ring, waarmede Bodwild pronkte, brak.
De eerste, volbloed kunstenaar, liet alle stemmen en toonaarden waarover hij beschikte overvloedig uit-galmen: hij pronkte met cabalistische natuurkennis, met philosophie, met stoutmoedige satyre, heelal-omvattende ironie, kind-naïef pathos; en overal dienden hem zijn pas geopenbaarde woordkunst en zijn vermogen, zich in anderen in te leven.
In het knoopsgat van zijn zwarte jacquet pronkte een purperen lintje en op zijn wit piqué vestje bengelde een gouden ketting waaraan een vreemd muntstuk hing. Snepvangers kon zijn oogen niet afwenden van den eleganten heer, zag hoe deze fijntjes een sigaret opstak, de blauwe rookwolkjes opblies, weer een slokje nam, zijn grijze streepjesbroek optrok om de plooi te bewaren en voortlas.
't Was een zeer lang en zeer mager heer zonder leeftijd. Men kon hem op dertig en op zestig jaren schatten. De haren, die zijn hoofd kunstrijk versierden, waren van het fraaiste zwart, dat ooit eenig »coiffeur" had uitgevonden. Zoo ook was de doorzichtige knevel, zoo waren de schrale »favoris", terwijl zijne wangen schitterden van hetzelfde fraaie rood, dat op zijne lippen pronkte.
Voorheen pronkte ik het liefst met dit gedicht, dat geene vrouw, maar Eros zelf schijnt te hebben vervaardigd: "Wel hem! die aan uw zij, uw teedre stem mag hooren; Wiens blik den lach verrast, die kleurt op lip en koon; Hij is door 't godendom ten lievling uitverkoren, Hij evenaart de goôn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek