Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Zij alleen kon haar minnaar aanklagen en hem door haar bekentenis in 't verderf storten. Zij deed het niet. Men drong bij haar aan. Zij bleef ontkennen. Toen kwam de procureur des konings op een gelukkig denkbeeld.

"En waar," vervolgde hij, "zal mijnheer de procureur des konings worden gevonnist?" Er had te Digne een treurige gebeurtenis plaats. Een man werd wegens moord ter dood veroordeeld. 't Was een ongelukkige, die wel niet geleerd, maar ook niet geheel onwetend was; hij had op de kermissen als goochelaar en als openbaar schrijver rondgereisd. Het proces wekte veel belangstelling.

Zij zou er ook mijn pakket vinden, dat werkelijk in handen van den procureur was geraakt, met de papieren van haar grootvader, en waarvan hij het adres had erkend als van mijne hand. Hij had het terstond na die ontdekking naar het kasteel opgezonden, maar zij zelve was er toen reeds niet meer.

De slotsom hunner overleggingen kwam hierop neer, dat Strijkman eerst alleen en dan met de weduwe en den knaap den procureur Verhagen zou gaan opzoeken en hem zou trachten wijs te maken, dat Dorus Makko na den dood zijns vaders geruimen tijd door de stad had gezworven en eindelijk door vrouw Juttner uit medelijden was opgenomen.

Overberg een geducht man op zijn terrein. Hij was er voor bekend, dat hij zijne schapen niet vilde, maar zachtkens schoor. Toch raakten zij hunne vacht kwijt als ze eens in zijne handen kwamen. Waarheid is, dat hij ze niet lokte noch valstrikken spreidde, dat hij integendeel waarschuwde voor processen waar men zijne hulp als procureur inriep.

Zoo waren te Rome ook carthageensche soldaten krijgsgevangen gemaakt, die weigerden Flaminius te groeten en die iets van Hannibal's ziel in zich hadden. Op zekeren ochtend toen hij den procureur des konings te Vernon op straat ontmoette, naderde hij hem en vroeg: "Is 't geoorloofd, mijnheer de procureur des konings, dat ik mijn litteeken drage?"

In de spreekkamer bij den procureur Verhagen zit de oude Philip Strijkman in zijn zondagsche jas met een groote ouderwetsche groene parapluie tusschen de knieën, op welker knop zijn hoed hangt, te wachten; tegenover hem zit vrouw Juttner en naast haar de ongelukkige, gebochelde Kobus.

Van Moskou gingen zij naar Kazan, waar zij Joeschkoff, den man van hunne tante Pelageja, en ook nog eene vriendin van deze laatste, de origineele, verstandige Zagoskina, de directrice van het Kazansche vrouwen-instituut, opzochten. Bij deze Zagoskina kwamen zeer veel jongelui comme il faut aan huis, o.a. de procureur Ogolin, met wien Tolstoi eene bijna vriendschappelijke betrekking aanknoopte.

De hangklok slaat het middaguur; de procureur staat van zijn schrijfbureau op en vraagt: "Is er nog iemand in de spreekkamer, Cornelis?" "Neen, mijnheer." "Dan kunnen de heeren gaan koffie drinken."

Maar wij hebben hier niet alleen met hem te doen, wij hebben te doen met een uitersten wil, met executeurs, met een procureur, met alle eischen en vormen die de wet voorschrijft. Hier is een ernstig, verstandig antwoord noodig en kan men niet volstaan met invectieven en exclamaties. Wat zal ik aan den heer Overberg schrijven?"

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek