United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoowel door de Provinciale Staten als door de Generaliteit werden privilegiën verleend; de eersten waren natuurlijk slechts in ééne provincie van kracht, de laatsten golden, voorzoover zij niet uitsluitend voor de Generaliteitslanden waren bestemd, in de geheele Republiek. Doch de rechtskracht van de privilegiën der Staten-Generaal werd niet steeds in alle provinciën erkend.

»Hou je mondzei de bewaarder. »Ik ben een Engelschman, nietwaarhernam de Vos. »Waar zijn mijn privilegiën?« »Je zult gauw genoeg privilegiën krijgenviel de bewaarder in, »en gepeperde er bij.« »We zullen zien, wat de Secretaris van Staat voor Binnenlandsche Zaken aan de rechters te zeggen zal hebben, als ik mijn recht niet krijghernam Mr. Dawkins. »Nou! Wat moet er gebeuren?

De trotsche en rijke adel der Bosniaken ging bij de Turksche verovering tot den Islam over, om onder de nieuwe heerschappij hunne privilegiën en hun landbezit te waarborgen. Hun voorbeeld werd door de gilden en kooplieden der Bosnische steden om dezelfde reden gevolgd.

"Ja, mannen, ziet mij maar aan," roept hij de verbitterde schare toe, "ik heb het geroepen en durf het nog wel honderdmaal doen! Is het geen schande, zooals hij de vrije poorters onzer goede stad vertrapt onder zijne voeten, onze vrijheden verkort, onze privilegiën schendt? Neen, weg met Aloud! Den dood aan Aloud!"

De adel matigde zich zulke groote persoonlijke privilegiën en vrijheden aan, dat hij ten laatste niet meer in staat was een politiek geheel te vormen. Ieder dezer Poolsche edellieden bezat op zijn grond en bodem de rechten van een souverein, daar was hij als het ware, een onafhankelijk koning. De wetgeving van het volk en den staat betrof slechts zijn stand.

Ragusa biedt hem eene schatting aan van vijfhonderd sequinen per jaar, en bedingt daarvoor zoo veel mogelijk voorrechten en privilegiën voor haar handel.

De privilegiën voor prenten en gravures werden, in tegenstelling met de boekdrukkersprivilegiën, bijna altijd aan den auteur zelf, den schilder of "plaetsnyder", verleend.

Zij vroeg nu verlof om met den gevangene X., die tot twintig jaren veroordeeld is, waarvan nu acht om waren, te mogen trouwen. Die man wordt dus eerst in 1924 ontslagen en tot dusver was zijn gedrag nog niet van dien aard, dat men hem eenige privilegiën heeft kunnen toestaan.

Die privilegiën toch bepaalden duidelijk en nadrukkelijk, dat de vorst of zijn stadhouder, wanneer hij geld wilde hebben, in persoon voor de staten der provinciën verschijnen en voor hen zijne "bede" uitspreken moest. Den Staten kwam dan het recht toe om het verzoek te weigeren of in te willigen: zoo had men ten allen tijde gedaan.

Nog altijd bleef hij vasthouden aan zijne verzekering, dat hij des konings trouwe dienaar was en juist om diens erflanden ongeschonden te bewaren, aan de heerschappij der Spanjaarden een eind maken en de door den koning zelven bezworen privilegiën tegen Alba in bescherming nemen moest.