Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


Weinige oogenblikken later omarmden Prexaspes en Darius hunne vrienden. Daarop trokken de vereende ruiterbenden door de tuinen, die het Gygaeische meer omgaven, en de voornaamste uitspanningsplaats der bewoners van Sardes uitmaakten, de volkrijke stad binnen. De zon neigde juist ten ondergang, en een frisch koeltje begon te waaien.

Dan ontbood hij Darius, Zopyrus en Gyges, die gelijk hij wist door banden der innigste vriendschap aan Bartja verbonden waren, en vroeg hun hoe het met hun vriend was. Van dezen vernam hij, dat zijn broeder zich te Saïs ophield. Terstond zond hij het drietal daarheen, hun gelastende Prexaspes, indien zij dezen mochten ontmoeten, zonder verzuim naar Memphis terug te zenden.

Hij wist, dat Prexaspes dezen, op zijn bevel, vermoord en hem gezegd had, dat Bartja op den oever der Roode Zee begraven lag. In den nacht die volgde op dit ontwaken, werd het hem zelven duidelijk, dat hij langen tijd volkomen krankzinnig moest geweest zijn. Tegen den morgen viel hij in een gerusten slaap, die hem zoo zeer versterkte, dat hij Cresus bij zich ontbieden kon.

Toen Prexaspes zijn paard wilde bestijgen, fluisterde Sappho hem in: »Pas toch goed op hem en herinner den waaghals, dat hij vrouw en kind heeft, zoo hij zich soms noodeloos in gevaar mocht willen begeven!" »Te Pelusium moet ik hem reeds verlaten," antwoordde de gezant, terwijl hij, om de blikken van de jonge vrouw te ontwijken, zich hield als herstelde hij iets aan het tuig van zijn paard.

Welnu, beste broeder, als mijn pijl het middenpunt van de schijf doorboort, zult gij mij zeker wel eene nieuwe schenken. Mag ik het eerst schieten, of wilt gij, mijn koning, een begin maken?" »Geef hem den boog, Prexaspes!" antwoordde Cambyzes, den jongen man nauwelijks met een blik verwaardigende.

Hem volgden Prexaspes, de eigenlijke gezant van den koning, Zopyrus, de zoon van Megabyzus, een Pers van adel, de vriend van Bartja en Darius, en eindelijk Gyges, de magere, bleeke zoon van Cresus, die, in zijn vierde levensjaar stom geworden, tengevolge van den doodsangst, dien hij bij de inneming van Sardes ter wille van zijn vader had uitgestaan, de spraak teruggekregen had.

Bij deze woorden liet zich een gemompel van verbazing hooren. »Die grijsaard hier tegenover ons is gekomen, om ons de bewijzen voor dit bedrog te leveren." Onoephis boog het hoofd, ten teeken van toestemming. »Thans richt ik allereerst de vraag tot u, Prexaspes, mijn gezant: Is u Nitetis uitdrukkelijk als de dochter van Amasis voorgesteld geworden?" »Uitdrukkelijk!

Gelast hun zoo spoedig mogelijk naar Memphis te gaan, waar zij, onder de hoede van 's konings edele moeder, het veiligst zullen zijn." Bartja had Prexaspes aangehoord, zonder dat het hem was opgevallen, dat de gezant zoo kortaf sprak, als aarzelde hij zijn last te volbrengen.

Deze bliksemsnel in hem oprijzende gedachte onverwijld uitsprekende, verweet hij Prexaspes met bittere woorden het jegens zijn koning gepleegde verraad. De hoveling was nu gedwongen met een duren eed te bezweren, dat hij den ongelukkigen Bartja met zijne eigene hand gedood en begraven had. Hierop werd den bode van Oropastes gevraagd, of hij zelf den nieuwen koning gezien had.

De overige leden van het Perzische gezantschap waren van hun tochtje langs den Nijl naar de pyramiden te Saïs teruggekeerd; alleen Prexaspes, de gezant van Cambyzes, had reeds de terugreis naar Perzië aanvaard, om den koning bericht te brengen van den gunstigen uitslag zijner zending. In het groote paleis van Amasis heerschten de grootste drukte en vroolijkheid.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek