United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dientengevolge verscheen de Augustus-aflevering in Petersburg eerst op 16 Augustus. Indien gij Poeschkin kent, kunt gij u gedeeltelijk voorstellen, wat toen volgde. Hij werd woedend, viel de Censuur aan en toen mij, dat ik zulke opstellen aan de Censuur aanbood, en maakte het eigenhandig over. Inmiddels keerde ik naar Petersburg terug, zag die verandering en schrok.

Uit zijne verhalen blijkt, dat hij Poeschkin, na diens gedicht De Zigeuners in de Fransche vertaling van Mérimée gelezen te hebben, hoog waardeerde. Het lezen van dit gedicht, door den vertaler in proza weergegeven, openbaarde Tolstoi al de kracht van Poeschkin's dichterlijk talent.

Ik weet nog dat Moesin Poeschkin, de toenmalige rector der universiteit, ons op een dansavondje verzocht en Dmitri, die bedankt had, lachend toevoegde dat David wel gedanst had voor de arke des verbonds.

Dikwijls heb ik later gedacht, dat Poeschkin hem tot voorbeeld nam in zijn gedicht Vertrek voor de jacht van Graaf Noelin.

Buitengewoon groot. De verhalen van de Duizend-en-één nacht. Groot De zwarte kip van Pogorjelski. Zeer groot Russische verhalen: Dobrinja Ninititsch Ilija Moeromjetz Aljescha Ispowitsch. Buitengewoon groot Volkssprookjes. Buitengewoon groot Het gedicht van Poeschkin: Napoleon. Groot.

"Ik heb bij Droezjinin het ontwerp van het fonds opgesteld." Tolstoi kan dus met het volste recht tot de stichters van dit fonds gerekend worden. Ongeveer in dezen tijd moet Tolstoi op meer grondige wijze hebben kennis gemaakt met de geschriften van Poeschkin, die hem zeer aantrokken.

"Onder den familienaam Iwin beschreef ik de zoontjes van graaf Poeschkin, van welke juist dezer dagen Alexander is gestorven. Hij was het, van wien ik in mijne jeugd zoo heel veel heb gehouden. Ons geliefkoosd spel was: soldaatje spelen."

In zijn dagboek van 4 Januari 1857 vinden wij de volgende aanteekening: "Ik heb bij Botkin gedineerd, in gezelschap van Panajeff, die mij Poeschkin heeft voorgelezen. Daarop begaf ik mij naar Botkin's kamer, schreef een brief aan Toerghenjeff, ging op de sofa zitten en begon luid te weenen; het waren tranen zonder reden ... dichtertranen, die mij zalig stemden.

Ik had de verhandeling in 't geheel niet willen drukken, maar Poeschkin legde mij de zaak uit, zeggende dat ik verplicht was haar te drukken zooals zij was overgemaakt. Er was niets aan te doen, en uwe verminkte bijdrage verschijnt nu in de September-aflevering, doch zonder de letters L. N. T., die ik er later niet meer onder zag.

Ik doorleefde alle gewaarwordingen die Poeschkin beschrijft in zijn gedicht "Herinnering", waarvan de laatste woorden zijn: "maar de regels van droefheid laten zich niet uitwisschen", wat ik zou willen veranderen in: "maar de regels van schande laten zich niet uitwisschen". Onder den indruk van het bovenstaande schreef ik in mijn dagboek: 6 Januari 1903. Ik lijd tegenwoordig hellepijnen.