Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Billijker dan de meeste Romeinsche berichtgevers toont zich de Griek Plutarchus, die, ook ten opzichte van den tijd, onze heldin naderbij kwam dan Dio. Zijn grootvader had zelfs nog allerlei dingen omtrent Antonius en Cleopatra gehoord van zijn landgenoot Philotas, die gedurende de glansperiode van het beroemde paar te Alexandrië, in die stad als student verblijf had gehouden.
Het is nu juist onwaarschijnlijk, dat Anubis den prae-historischen jakhals, die half en half een huisdier was, typifieert, of een vroeger type van den hond, van welken men veronderstelde, dat hij de dooden door de onderwereld geleidde. Plutarchus vertelt, dat de Egyptenaren meenden, dat er een zekere gelijkenis tusschen Anubis en den hond bestond.
't Was een beurs met twee vakken; in het eene vak was eenig klein geld, in het andere zes gouden Napoleons. Verbaasd bracht Mabeuf dit aan zijn huishoudster. "'t Is uit den hemel gevallen," zei moeder Plutarchus. De smart van Cosette, vier of vijf maanden geleden zoo grievend en levendig, begon, zelfs zonder dat zij het wist, te verzachten.
Hij liet van blijdschap bevende den brief aan moeder Plutarchus zien! "Wij zijn gered!" zeide hij. Op den bepaalden dag begaf hij zich tot den minister. Hij merkte op, dat zijn gekreukte das, zijn ruime ouderwetsche rok en zijn met eiwit gesmeerde schoenen de deurwachters verwonderden. Niemand sprak hem toe, zelfs niet de minister.
Zoo leidde hij den tocht der tienduizenden een kleine mijl per dag; en alle jonge menschen, die in den loop der jaren hem als hun aanvoerder gevolgd hadden, waren allen met dezelfde regelmatigheid, met dezelfde kleine dagmarschen door Xenophon, Homerus, Sofokles, Herodotus en Plutarchus heengekomen. 't Ging alles op dezelfde manier, zonder verandering of ommekeer.
De voornaamste plaats, waar een Egyptische mythe voor ons is bewaard gebleven, is Plutarchus' verhaal over Isis en Osiris, en dat is een niet zeer betrouwbaar zegsman. Men heeft nu vermoed, dat de mythen zoo algemeen onder het volk bekend waren, dat het een overbodig werk zou geweest zijn, dezen voor een zoo godsdienstig volk als het Egyptische op te schrijven.
Daarom dient men zich ook te verwonderen over diegenen, die meenen dat de mensch door het gezicht wel aangedaan en gekrenkt wordt, maar geenszins er iets door doet en schade toebrengt". Plutarchus vermeldt ook de meening, dat zekere amuletten tegen den nijd beschermen, omdat het booze oog door hunne vreemde gestalte wordt afgewend en minder in het slachtoffer doordringt .
Hier zij slechts vermeld, dat ook Plutarchus, hoezeer aan de oud-vaderlandsche gebruiken gehecht, warme sympathie voor Isis en Osiris koesterde, zooals uit zijn geschrift over beide goden genoegzaam blijkt.
Een oude vrouw stond voor hem. Deze bromde. Gavroche luisterde nieuwsgierig. "Mijnheer Mabeuf!" zei de oude vrouw. "Mabeuf!" dacht Gavroche, "een grappige naam!" De aangesproken oude man verroerde zich niet. De oude vrouw herhaalde: "Mijnheer Mabeuf!" De grijsaard antwoordde eindelijk, zonder de oogen op te slaan: "Wat is er, moeder Plutarchus?"
Intusschen werkte hij den ganschen dag aan zijn indigobed en des avonds kwam hij te huis om zijn tuin te begieten en zijn boeken te lezen. De heer Mabeuf was op dat tijdstip bijna tachtig jaar oud. Op zekeren avond had hij een zonderlinge verschijning. Hij was te huis gekomen, terwijl het nog helder licht was. Moeder Plutarchus, die begon te sukkelen, was ongesteld en lag te bed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek