Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Wouter: die jager! ik zou wel zoo'n jager willen zyn in een bosch... in 'n heel groot bosch... heelemaal alleen... Hy nam z'n penseel op, en zag Ophelia aan: ...heelemaal alleen in 'n groot bosch, met... Femke!

Zoo zou ook de schilder Lazare, een trotsche armoedzaaier, nooit zijn penseel hebben willen bezoedelen door het portret van een kleermaker met een papegaai op zijn vinger te schilderen, zooals onze vriend Marcel eens gedaan had in ruil voor den beruchten rok Methusalem, waarop ieder van zijn maîtressen de kunst van oplappen geleerd had.

Vele eeuwen geleden leefde in Griekenland een schilder, van wien men de ongeloofelijkste dingen verhaalt, en wiens naam bij het nageslacht is blijven voortleven als die van een der grootste kunstenaars. Zeuxis, zoo heette hij, wist niet slechts de menschen, maar ook de dieren met de voortbrengselen van zijn penseel in verrukking te brengen. Dit blijkt uit het volgende.

Een ontwikkelde dame, vaardig met penseel zoowel als met veder of borduurnaald; absoluut zich beheerschend, in ieder gezelschap het hare denkend, zonder meer los te laten dan ze wenschte, terwijl toch haar diplomatiesch gesponnen taal aan openhartigheid deed denken.

Met een gemengd gevoel van welgevallen en afschuw vulde zij keer op keer haar penseel met het donkerst karmozijn. De tinten op het papier werden zwaarder, en naarmate de andere bloemen vorderden, kwam ook de noodlottige roos meer en meer uit. Bestond er een geheim verband tusschen het hart dier bloem en het hart van André?

Maar de groote romanschryver die liever boeide door kunstige rangschikking van kleuren dan door grofheid van kleur, achtte het beneden zich zyn penseel te doopen in al het slyk en in al het bloed dat er kleefde aan den onwaardigen gunsteling van Elizabeth.

Op zekeren morgen had Hucheloup bedacht de voorbijgangers met zijn "specialiteit" bekend te maken, een penseel in een pot schoensmeer gedoopt en, vermits hij een even eigenaardige spelling als kookkunst had, op den muur van zijn huis dit merkwaardig opschrift geschilderd: CARPES HO GRAS.

Dies hoe de krijgselende treffen, De schilderkunst mag 't hooft verheffen. Wij leeren uit de bovenstaande verzen, dat Uilenburg, reeds in 1673, handel in schilderijen dreef, en wel, in weerwil dat de oorlog nog woedde, met voordeeligen uitslag: wij vinden ook, dat hij, in het opschrift van 't eerste gedicht, "schilder" wordt genoemd: en werkelijk had hij in zijne jeugd het penseel gehanteerd.

Hij had de drijvende wolken van den zomerschen hemel willen weêrgeven, die de zaligen in de heerlijkheid des hemels zouden invoeren. De hand die 't penseel gevoerd had, was krachtig geweest, maar ook wat stijf, zoodat de wolken meer op de gekrulde haren van een allongepruik leken dan op aangroeiende bergen van zachte nevelen.

De vlam verteert de scheppingen van het penseel, de roovers plunderen de schatten: het lied ontkomt aan het verderf en blijft leven. Als het vernederde en ontaarde volk zijne herinneringen en zijn hoop vergeet en het lied laat kwijnen, dan vlucht het naar de bergen en hecht zich aan de puinhoopen, en van daar klinkt zijn stem, verhalende van den ouden tijd.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek