Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
Zij zijn in den hoogsten graad oploopend en doldriftig, onverschillig en wreed. Met andere dieren van hun soort leven zij in vrede en vriendschap, tenzij de eene of andere hartstocht, b.v. vraatzucht, hen overheerscht; met volkomen gemoedsrust zullen zij echter den kameraad, waarmede zij jaren lang eendrachtig samengeleefd hebben, verslinden, zoodra deze op de een of andere wijze verongelukt is.
Usborne leed gedurende de opmeting een ernstiger verlies, doordien de vogels een klein Kater-kompas in rood marocco-lederen étui stalen, dat nooit teruggevonden werd. Ook zijn deze vogels twistziek en zeer oploopend: van woede rukken zij het gras met hunne snavels uit.
Tusschen de ranken van een weelderigen wilden wingerd, die langs het raamkozijn oploopend, in steeds geler, bruiner en vuriger tinten, tot gloeiend rood toe, voortklom naar het dak, had zij hare webbe uitgespreid.
Hun aard verandert, naarmate zij ouder worden. De jonge dieren zijn vlug, levendig en speelsch; ook zijn zij betrekkelijk goedaardig: niet zachtmoedig en vreedzaam, maar ook niet boosaardig; de oudere daarentegen, vooral de oude stieren, zijn ernstig, bijna knorrig van aard; zij worden gemakkelijk tot toorn geprikkeld, zijn zeer oploopend en afkeerig van alle beuzelingen.
Daar zij geen antwoord krijgt, zegt zij: "Ik ben dadelijk terug," en de trap vlug oploopend, komt zij een oogenblik later weer naar beneden, gevolgd door een aardig, donkeroogig kameniertje, wier kleeding verraadt, dat zij de lieveling van haar meesteres is, en wier korte gesteven rokjes en hooge Friesche muts haar doen kennen als een behaagziek ding.
Geest en scherpzinnigheid straalden uit zijn gitzwarte oogen, wier levendigheid waarde gaf aan alles wat hij zeide. Wat zijn zielshoedanigheden betrof, hij was onverschrokken, ondernemend en vroolijk van aard; maar tevens wispelturig, oploopend en heerschzuchtig.
Mendez had op een eenvoudige, maar toch boeiende wijze verteld, welk gesprek hij gehouden had. De admiraal liet den jongen man bij zich komen, en zeide: "Diego Mendez, mijn zoon, geen van allen hier begrijpen iets van ons gevaar, behalve gij en ik. Ons getal is klein, dat der Indianen groot, en zij zijn prikkelbaar en oploopend.
De waard had zeer veel geld; hij was een heel goedhartig man, maar erg oploopend. «Goeden morgen!» zei hij tegen den kleinen Klaas. «Je bent er van morgen al vroeg op uitgegaan!» «Ja,» zei de kleine Klaas; «ik moet met mijn grootmoeder naar de stad toe; zij zit op den wagen, en ik kan haar niet in huis brengen. Wil je haar niet een glas wijn geven?
Hij was niet boven de middelmatige grootte, maar hij had breede schouders, lange armen, en was sterk gebouwd, als een man, gewoon aan de vermoeienissen van den strijd en van de jacht; zijn gezicht was fraai gevormd, breed, met groote blauwe oogen, opene en oprechte trekken en mooie tanden, en drukte tegelijk die soort van goede luim uit, welke dikwijls met een oploopend, driftig gemoed gepaard gaat.
Naar verhouding van hun Liliputiaansche grootte zijn zij over 't algemeen zeer oploopend en prikkelbaar. Zij gevoelen zich volstrekt niet zwak, maar hebben zooveel zelfvertrouwen, zijn zoo vermetel en strijdlustig, dat zij ieder dier zouden aanvallen, als dit hun noodig voorkomt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek