Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Terwijl hij graaft en een onvergeeflijk lawaai in de stille bosschen maakt, zal Mooweesuk ondertusschen om 't hoekje aan den binnenkant van het gat zitten wachten, tot ze een gelegenheid krijgt om den hond in zijn neus te bijten of hem zijn poot te verpletteren; of anders zal ze kalmpjes met haar jongen de achterdeur uitglippen en ze naar een hollen boom brengen, waar ze tot de hond weggaat rustig kunnen slapen en niet bang hoeven te zijn.
Op sommige plaatsen vormen zich groepjes, vooral onder de boomen op de markt nabij het oud-burgemeestershuis; en, men wauwelt er over het plotseling sterfgeval; hoe een mensch er gauw uit kan wezen, en hoe zooals menheer Kippelaan straks nog in 't voorbijgaan aan den molenaar heeft gezegd hoe het onvergeeflijk is dat een dokter, die te veel geld heeft om te dokteren, tóch maar dokteren blijft.
"Ja," zeide zij op zekeren avond tot den ondermeester, die gedurende Scheltings ziekte de school had waargenomen: "'t is toch onvergeeflijk zooals men vader ter zij heeft geschoven, jij ondervindt nu zelfs hoe noodig hij nog voor de kinderen is, 't was altijd stil wanneer hij zich in hun midden bevond, terwijl tegenwoordig het gegons in onze woonkamer te hooren is."
Wat? riep Selim uit, Koelloeka! Welk onvergeeflijk waagstuk! In 't minst niet, hernam de ander bedaard; het was juist de allerveiligste weg.
Men ziet ons voor verspieders aan, en zal dus Zopyrus en zijne bevrijders met den grootsten spoed nazitten. Het zou dus onvergeeflijk zijn, indien wij ons nutteloos aan gevaren blootstelden. Gij, Bartja, moet de boodschap aan onzen gastheer overbrengen, en nog heden Sappho huwen, want morgen moeten wij Naucratis verlaten, wat er ook gebeure. Geen tegenspraak, mijn vriend, mijn broeder!
Nu de jonggehuwden om bijzondere redenen hun reisje over Amsterdam hadden genomen, en er nagenoeg een dag stil waren, nu zou het onvergeeflijk zijn geweest indien August zijn jonge vrouw niet aan dien goeden Everard en zijn Emma gepresenteerd had.
Zij bedoelde het vriendelijk, maar Amy vatte haar gezegde verkeerd op, en antwoordde haastig: "O zeker, als het je in den weg staat," en nadat zij haar bijdragen bij elkaar had gepakt, verwijderde zij zich, met het gevoel, dat zij en haar kunstwerk onvergeeflijk beleedigd waren geworden. "Nu is zij voor altijd boos.
Hij stond alleen, ja, buiten al 't andere, maar sterk in zijne eenschheid en de beleediging was even zwaar en even onvergeeflijk als den eersten dag. Binnen woelde het om uit te barsten, maar inwendig bleef hij kalm; hij dwong zich nog wat te staan staren over zijne werf en dan wilde hij niet meer wachten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek