Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


De mond is maar niet zoo een zwart streepje of een vlekje; hij heeft, hoe klein ook van afmetingen, eenen bepaalden vorm, en eenen vorm, die iets uitdrukt. Is het niet de eerste ademtocht, die we hier zien? Stroomt niet de levenslucht naar binnen in ademhalingsruimten, die reeds bestemd waren om geen adem meer te bevatten, en die ook reeds afgeplat en naar binnen gebogen neerlagen.

Uiterst schamele primitieve huisjes, die somtijds uit niets meer bestonden dan uit een dakje van atap op een paar stijlen, waarbij de wanden geheel of gedeeltelijk ontbraken; daaronder een rust- of slaapbank waarop menschen en kinderen in luiheid neerlagen, de laatsten somtijds erg geplaagd door vliegen, die op hun vuile zweren aasden.

Zwijgend reden wij verder over den zwarten grond, waar de grillig gevormde struiken neerlagen als wonderlijke monsters en draken, loerende op hun prooi; de wind blies koud van Fuji's helling neer; wij rilden; iets onwezenlijks vervulde deze stille maanlichtavond met bovennatuurlijke geheimzinnigheid.

Het verwonderde ons niet, dat ook de kleine kindertjes reeds die oude-mannen- en oude-vrouwen trek op hun gelaat vertoonden, kindertjes, die stil neerlagen als ze in het zand gelegd werden, en op wier gezichtjes, als het rijtuig eens stil hield, of als wij eens verkozen door een dorp te loopen, in plaats van te rijden, wij met geen mogelijkheid een lachje konden te voorschijn roepen.

Vader Syard, die overal het oog op had, bespeurde weldra, dat het niet lang duren zoude, of zij hadden zich van den ingang meestergemaakt. Intusschen snorden hem de pijlen om de ooren; maar, dewijl de monniken meestal plat neerlagen en door de vooruitspringende lijst van het gebouw gedekt waren, konden die hun weinig of geen hinder aanbrengen.

De nacht was schoon, zoo maanhelder dat de sterren verbleekten. Het was zomer en zoel en zoo rustig alom. Het deed wee aan het hart niet te kunnen genieten van de pracht der dagen en te bedenken dat de kanonnen van Luik aan 't bulderen waren en zoovele belgische jongens ginder in de maanlichte velden roerloos neerlagen voor eeuwig.

HERMIA. En op dat bloemrijk plekje van het woud, Waar gij en ik zoo vaak in zoeten kout Neêrlagen en ons hart uitstortten, dáár Ontmoeten nu mijn lief en ik elkaar; Wij zoeken, nu Athene ons zoo verbant, Ons nieuwe vrienden in het vreemde land. Vriendin, vaarwel! Zend ons uw heilbeê na; Schenke u 't geluk Demetrius als ! Houd woord, Lysander!

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek