United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik had weer haastig mijn kist en mijn deken opgezocht en hield mij slapende, terwijl de schildwacht, die gelukkig gezien had, hoe Murphy mij het eerst had afgesneden, met een lantaarn nader-bij kwam, de schrootbossen weer naar hun plaats terugschoof, en hem bewusteloos ziende, den sergeant van de mariniers waarschuwde en verzocht den ziekenoppasser mede te brengen.

De jonge man, gevoelig voor die onbehoorlijke behandeling, daagde Murphy tot vechten uit, wat door dezen werd aangenomen; maar daar onze passagier aangenomen had om bij den commandant te gaan dineeren, stelde hij voor den strijd tot na tafel uit te stellen, daar hij liever niet met een blauw geslagen oog in de kajuit wilde verschijnen.

Vocht ik wel eens met de ouderen en was ik daarbij niet gelukkig, toch had ik het voorrecht dat ik, om de toenemende hardheid mijner vuisten, meer en meer door elk, Murphy hiervan niet uitgezonderd, met volkomen vrede gelaten werd. Aan mijn betere opvoeding had ik bovendien een zedelijk overwicht in de voor-longroom te danken. Doch helaas! ook dit was werkelijk slechts weinig in mijn waar belang.

Gasten van ons schip waren er de eerste officier, Murphy en ik; de overigen waren collega's van onzen bevelhebber en enkele andere officieren. Zoodra het dessert was afgenomen, schonk de gastheer mij nog eens in, en verzocht mij het glas te ledigen en dan te gaan kijken, hoe de wind was.

Met de eerste sloep kwam de dokter met zijne helpers over, om de dooden te onderzoeken en aan de gekwetsten de eerste hulp te verleenen. Murphy kwam ook mede. Hij was niet bij de expeditie geweest; toen hij mijn dood gewaand lichaam zag, raakte hij het met de punt van zijn voet aan, daarbij uitroepende: »Daar hebben we een jongen haan, dien zij het kraaien verleerd hebben!

Een ander feit, dat majoor Murphy en de meeste andere officieren, die ik gesproken heb, opviel, was de neerslachtigheid, waaraan de kolonel somwijlen leed. Zooals de majoor het uitdrukte, was het alsof hem soms de glimlach als door een onzichtbare hand werd weggeslagen.

Met het aangezicht op tafel, werd ik door de vier krachtigsten vastgehouden, terwijl de dokter-assistent, die ook ons logies deelde, mijn pols vatte om waar te nemen, hoeveel ik kon verdragen; Murphy trad, op eigen verzoek, als beul op.

Om die reden had men mij een wenk gegeven om maar weg te gaan. Het ware beter geweest, als mijn kapitein dit in een meer duidelijken vorm gedaan had. Tegen acht uren ongeveer, kwam ik aan boord terug, waar Murphy mij intusschen vóór was geweest en eene allesbehalve hartelijke verwelkoming had bereid.

De zaak werd druk op het schip besproken. Daar het bij de officieren in de longroom verkeerd werd voorgedragen, veroordeelde men mij. Bij de bemanning, waar men Murphy algemeen haatte, geraakte ik er door in gunst; mijn flinke weerstand wekte bewondering. De houding der officieren was zoo koel, dat ik mijn troost maar bij de mindere schepelingen zocht.

Murphy beschouwde dit als een voorwendsel en beleedigde zijne tegenpartij nog eens opnieuw, door hem toe te voegen, dat hij niet durfde, als hij niet door den wijn opgewonden was en dat hij stellig wel niet vechten zou, als hij aan tafel geen wijn genoeg te drinken had gekregen. De kordate jongeling gaf geen antwoord op dien schimp; hij kleedde zich en ging naar de kajuit.