Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Het zachte, zwakke wezen, dat noch van God, noch van de wereld iets begreep, werd gestadig gestraft, beknord, gestooten, geslagen, terwijl zij nevens zich twee kleine schepseltjes als zij zag, die in een straal van 't morgenrood leefden. Dewijl vrouw Thénardier ondeugend voor Cosette was, waren Eponine en Azelma het ook. Kinderen van dien leeftijd zijn slechts afdrukken der moeder.

Jean Valjean gevoelde van zijn kant een innige, onbegrijpelijke hartsbeklemming. Inderdaad, sedert eenigen tijd had hij met schrik de toenemende schoonheid opgemerkt, die dagelijks schitterender op het zachte gelaat van Cosette verscheen. Voor alle anderen een bekoorlijk morgenrood; alleen voor hem een somber. Cosette was langen tijd schoon geweest, zonder het op te merken.

Zwijgend wonden de dweepzieke priesters touwen om haar teeder lichaam en bonden haar aan den heiligen, aan Wodan gewijden boom, die den rand van den afgrond beschaduwde. Geen klacht kwam over de bleeke lippen der christin, geen traan blonk er in haar oogen, die verrukt naar het morgenrood aan den hemel opzagen.

En Geoffrey zag eerst naar de lucht, om kemphanen of wilde eenden in 't oog te krijgen, en als hij die niet zag, liet hij zijn blik vallen op de reine schoonheid van Beatrice's gelaat, en dan kwam de vraag bij hem op, waar zij toch wel over dacht; totdat zij, eensklaps zijn blik gevoelende, zich met een glimlach, zoo liefelijk als het eerste morgenrood op het water, tot hem wendde en hem vroeg waar hij over dacht.

Het slapen vangt aan bij 't opgaan der zon; het dier verbergt daarbij den kop tusschen de pooten en omgeeft hem bovendien met den langen staart; bij 't begin van den nacht ontwaakt het uit zijn slaapdronken toestand, klimt bij de boomen op en neer, en springt met de behendigheid van de Maki's van tak tot tak; intusschen onderzoekt het zorgvuldig alle openingen, reten en gaten van de oude boomen, om Insecten buit te maken; door het eerste schijnsel van 't morgenrood wordt onze insectenjager naar 't binnenste van 't woud teruggedreven.

Ik zou hen in hun wijsbegeerte willen doen verstikken. Kunnen er in het leven te veel geur, te veel ontloken rozen, te veel zingende nachtegalen, te veel loof, te veel morgenrood zijn? Kan men elkander te veel beminnen? Kan men te ingenomen met elkander zijn? Wees voorzichtig, Estelle, ge zijt al te schoon! Wees voorzichtig, Nemorin, ge zijt al te schoon. Welke domheid!

Vereenig deze twee denkbeelden, die het eene een vuurhaard, het andere het morgenrood bevatten, breng deze twee vonken in aanraking; Parijs, de kindsheid, en er ontstaat een klein wezen. Homuncio zou Plautus zeggen. Dit kleine wezen is vroolijk. Hij eet niet alle dagen, maar gaat zoo 't hem goeddunkt alle avonden naar den schouwburg.

Ook nu legde zij die veilig in de zijne, zonder angst voor de koude des doods en zoo viel zij weer in slaap, terwijl de spreeuwen buiten ontwaakten en de musschen hun nesten gereed maakten en het eerste morgenrood de kleine ruitjes van de visschershut begon te kleuren. "Met week geluid van zoete, stille wijzen heb ik verheven der Liefste lof....

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek