Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


Ik merkte op, dat daar vleesch van allerlei dieren was, maar kon ze niet door mijn smaak herkennen. Er waren schouders, bouten en lendenstukken, gevormd als van schapen, en uitstekend toebereid, maar kleiner dan leeuweriks-vleugels. Ik at ze bij twee of drie in een mondvol, en nam drie brooden tegelijk, elk zoowat van de grootte van een musketkogel.

Behalve zijn ouders, noemde niemand hem meer bij zijn eigenlijken naam; men zei eenvoudig Deugniet tegen hem, of wel Verniel-al, maar dat was zoo'n mondvol om uit te spreken. Als de kleine jongen maar een spikkeltje eergevoel had gehad, zou hij er zich stellig erg over hebben geschaamd, want zóó heette de hond bij hem thuis ook, een echte woesteling, die alles kapot maakte.

Ik heb haast." Een dikke Vlaamsche meid dekte in allerijl de tafel. Hij aanschouwde de jonge dochter met een gevoel van welgevallen. "Dit hinderde mij," dacht hij; "ik had niet ontbeten." Men bediende hem. Hij greep het brood, nam een mondvol, legde het toen langzaam op de tafel en raakte er niet meer aan. Een voerman at aan een andere tafel.

"Ik zal den ridder uw uitdaging overbrengen," antwoordde de hofmeester; "intusschen laat ik u aan uw maaltijd over." Athelstane's uitdaging werd niet met de grootste waardigheid geuit; want een groote mondvol, die het gebruik van beide kakebeenen tegelijk vorderde, gevoegd bij zijn stotteren, benadeelde aanmerkelijk de deftigheid van zijn stoute woorden.

Daarbij kwam nog "skyr," eene soort van gestremde melk met beschuit en smakelijk gemaakt door jeneverbessensap; eindelijk tot drank wei met water, hier "blanda" genoemd. Ik kon er niet over oordeelen of dit zonderlinge voedsel lekker was of niet. Ik had honger en bij het nagerecht verzwolg ik, tot den laatsten mondvol toe, eene dikke boekweitepap.

De gang werd gevuld met damp, terwijl eene beek zich vormde en zich in de onderaardsche kronkelingen verloor; kort daarna schepten wij er onzen eersten mondvol uit. O! welk een genot! welk eene onuitsprekelijke zaligheid! Wat was dit voor water? Van waar kwam het? Dat maakte niets uit. Het was water en hoewel nog warm, riep het toch het bijna ontvlodene leven weder terug.

Aan tafel vallende, meende hij van de verbrande aardappelen te eten: maar na den eersten mondvol te hebben gesmaakt, wierp hij bulderend de vork op den schotel en viel uit in onbeschofte berispingen tegen zijne moeder. In stede van hem te bestraffen, gaf de vader hem gelijk. "Daar is mijn weekloon," zeide de jongen, drie franken ter tafel werpende.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek