Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 oktober 2025
Gij kunt er zeker van zijn, dat mevrouw Milligan met haar zieken zoon op de Seine vaart, zeide hij. Dat zullen wij spoedig vernemen, als wij de menschen in de dorpen uithooren. Ik wist toen niet hoe moeilijk het was de Normandiërs aan het praten te krijgen. Zij antwoorden nooit rechtstreeks en ondervragen integendeel diegenen, die trachten iets van hen te weten te komen.
Dat mevrouw Milligan en Arthur te Quillebeuf of Caudebec waren ingescheept, was te begrijpen, maar te Rouaan nog waarschijnlijker; maar daar wij geen spoor van hen ontdekten, moesten wij tot Parijs gaan, of liever voorbij Parijs.
Gedurende onze wandelingen bleef ik dikwijls ver achter, om aan Arthur, aan mevrouw Milligan en De Zwaan te kunnen denken, en in mijn herinnering leefde ik dan weder in het verleden. O, welk een goede tijd was dat! En als wij 's avonds in een vuile kamer van de eene of andere herberg sliepen, dan dacht ik aan de hut, die ik in De Zwaan had, en hoe hard vond ik dan mijn beddelakens.
Hoe dikwijls had ik, als wij een rivier overstaken of langs een kanaal liepen, mij zelf afgevraagd of men niet het een of ander pleizierbootje had zien voorbijstoomen, dat, door zijn dek, zijn smaakvolle versierselen met geen ander verward kon worden. Mevrouw Milligan was ongetwijfeld weder naar Engeland teruggekeerd en Arthur zou zeker genezen zijn.
Maar ik behoefde hem deze bekentenis nooit te doen, want wij waren het hotel genaderd, waar mevrouw Milligan haar intrek genomen had, vóór dat ik mijn verhaal had geëindigd. Vitalis sprak mij bovendien in het geheel niet van den brief, dien hij had ontvangen, evenmin als van het voorstel, dat zij hem waarschijnlijk daarin gedaan had.
O, neen, als het u belieft, niet! Dat is toch het eenige middel, mijn jongen. Och, doe dat niet! Zeker zou mijn afscheid langer geduurd hebben dan tien minuten, zoo mevrouw Milligan niet van mijn ouders gesproken had. Zij wonen te Chavanon, niet waar? vervolgde zij.
De heer James Milligan kwam niet meer in De Roode Leeuw, of althans wij zagen hem niet, hoe wij ook opletten. Na Kerstmis moesten wij weder overdag uit en onze kans om hem te ontmoeten werd minder; onze hoop was nu nog op den zondag gevestigd. Wij bleven dan ook dikwijls thuis inplaats van gebruik te maken van den vrijen dag, om voor ons pleizier te gaan wandelen. Wij wachtten.
Toch erfde de heer James Milligan niet van zijn broeder, want weinige maanden na den dood van dezen was er een nieuwe erfgenaam: de kleine Arthur. Maar dat tengere en ziekelijke kind kon niet lang leven, zeiden de geneesheeren.
Te Culoz was zij ons niet meer dan zes weken vooruit; intusschen als ik de kaart raadpleegde, moest ik het betwijfelen of wij haar wel zouden ingehaald hebben vóór zij in Zwitserland was, want het was mij onbekend, dat de Rhône niet verder bevaarbaar is dan tot Genève en wij verbeeldden ons, dat mevrouw Milligan met De Zwaan Zwitserland wilde bezoeken, van welk land wij geen kaart hadden.
Mijne eerste gedachte was naar huis te gaan om aan mijn vader het adres van den heer Milligan te vragen, teneinde iets te vernemen omtrent Arthur en zijne moeder, maar ik zag terstond in, dat dit een dwaasheid zou zijn: een man, die met ongeduld op den dood van zijn neef wachtte, was waarlijk de geschikte persoon niet, om hem narichten omtrent dien neef te vragen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek