Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Ik had hem, een jaar of twaalf geleden, te Delft verlaten als het rampzaligste lid van het gansche studentenkorps: een jongen van geest en aanleg, maar die jammerlijk èn met zijn eigen groote lichaam èn met zijnen weltschmerz in de war zat eene soort van sentimenteelen Roodhuid mager, menschenschuw en miserabel.

Wel neen, Max, dat zou haar niet deren: ze verstaat geen hollandsch. Neen, ze heeft my gezegd dat ze haar eigen huishouding wil blyven voeren, en dit begryp ik heel goed. Weet je nog hoe je myn naam vertaald hebt? E.H.V.W: eigen haard veel waard. Daarom! Ze heeft groot gelyk. Bovendien, ze komt me wat menschenschuw voor.

En als die Harvee dan in lange teugen den whiskey dronk, begon dat strak en menschenschuw gelaat, waarop het Kainsteeken zichtbaar was, te ontdooien, en hij had dol pleizier tot hij stomdronken was, en als een meelzak tegen den grond sloeg. »Een glas whiskey, een groot glas, en gauw wat!" riep Frits, terwijl hij met de vuist op de tafel sloeg.

En dan de velerlei beschaamdzettingen, die men ondergaat, omdat iedereen gelooft dat een kind menig ding niet gevoelt dat hem toch diep gaat! Waarlijk, waarlijk, men heeft in de maatschappij menig menschenschuw, bloohartig, en zenuwachtig wezen doen opgroeien, alleen doordat men het als kind te jong en te klein voor gevoel van waarde achtte.

Er lag als 't ware een afgrond van onuitgesproken wee in die twee doffe, trieste oogen. Was het om die vreemde oogen, of om zijn afgetrokken, menschenschuw karakter, of waarom was het ook?... althans, de menschen in het dorp beweerden dat hij met den booze omging en kon tooveren. Hij was een bezembinder. Zijn eigenlijke naam wisten de meeste dorpelingen zelfs niet meer.

Sedert dien tijd dwaalde Bell. somber en menschenschuw in de Aleïsche vlakte rond. Te Corinthe werd hij als halfgod hoog vereerd. Bellocasses, z. Zij vergezelt Mars, wiens zuster, dochter, vrouw, voedster, of wagenmenster zij genoemd wordt, in den strijd. In 296 werd haar door Ap. Claudius Caecus een tempel op het Marsveld gewijd.

Gooriks-Waaigem, een klein dorpje nabij Deinze, en sleet er, met zijne zuster Lucia, een armoedig leventje, dat hij verdeelde onder de verschillende bezigheden van zijn herderlijk beroep en de studie van de Nederlandsche letterkunde. De parochianen praatten over hem als over een stillen jongen, die nooit uit zijn humeur geraakte, zeer spraakgierig was en vrij menschenschuw leek.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek