Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


Maar wat beteekent het? Heeft Kuhn gelijk, als hij zegt, dat de bruidegom moest voelen wat slagen zijn, opdat hij later zijne vrouw sparen zou? Daarvan wisten de Groningers en Drenthen in de dagen van prins Maurits niets meer, maar zij sloegen den bruidegom onder den, hùn onbewusten, invloed van lang verdwenen, in gebruiken voortlevende, denkbeelden.

"Laat hen naar den duivel loopen," zeide Maurits: "die Joan, of hoe hij ook heeten moge, is een goede, eerlijke jongen, die mij bijna doodgeknepen had om een aanslag tegen mijn leven te voorkomen: en de andere.... dat was immers de jongeling die Groenhof tegensprak?" "Dezelfde, Uwe Hoogheid!" "Welnu! dien moet vooral geen haar gekrenkt worden.

Na enkele jaren werd de overwinnaar door keurvorst Maurits van Saksen zelf overwonnen en op de vlucht gejaagd, en moest hij alles teruggeven, wat hij in 1547 gewonnen had.

Tegen het einde van Juli keerde Maurits uit Vlaanderen naar Holland terug. De andere krijgsgebeurtenissen van het jaar 1600 en van de volgende jaren beteekenden zeer weinig, dewijl de Spanjaarden al hunne krachten wijdden aan de driejarige belegering van Ostende, die in het jaar 1601 een aanvang nam.

Toen hij de zaal ingetreden en Maurits eenige stappen genaderd was, bleef hij, ontzet door den strengen en doordringenden blik, welken zijn broeder op hem gevestigd hield, plotseling staan en zag voor zich naar den grond als een arme aangeklaagde, die voor de vierschaar verschijnt, aan welke de uitspraak van zijn lot verbleven is.

Het waren Prins Maurits en Spinola, de twee beroemdste veldheeren hunner eeuw, welke elkander vroeger nooit anders dan met de wapenen in de vuist hadden ontmoet, en die thans, naast elkander gezeten, in heuschheden wedijverden.

In meer dan één opzicht geleek hij op zijn grootvader, den beroemden Maurits van Saksen, die eerst de vriend, daarna de tegenstander van keizer Karel V geweest was, en dezen uit Innsbrück verdreven had. Dat hij een goed soldaat, misschien een uitstekend veldheer worden zou, was bij zijne ingenomenheid met de krijgswetenschappen nauwelijks aan twijfel onderhevig.

Prins Maurits, hoewel aanvankelijk onwillig om met den vijand tot vredesonderhandelingen over te gaan, had zich echter door den schranderen advocaat Johan van Oldenbarneveld, die op goede gronden voor den vrede ijverde, tot de ontvangst der vreemde gezanten laten overhalen.

In het begin van het jaar 1607 zond Albertus twee gezanten tot prins Maurits, Willem Lodewijk van Nassau en Oldenbarneveld, als de drie invloedrijkste mannen der republiek om met hen over het sluiten van den vrede te onderhandelen. In de Nederlanden waren de gevoelens zeer verdeeld over de vraag, of het beter was, den oorlog voort te zetten dan wel den vrede te sluiten.

Zich niettemin met moed wapenende, richtte hij het naar den grond gebogen voorhoofd op en zeide met een afgebrokene stem, welke de onrust zijner ziel aanduidde: "gij hebt mij bescheiden, Maurits!" "En is dat de reden uwer komst?" vroeg Maurits, met hevigheid losberstende: "en zoo ik u niet bescheiden had, zoudt gij dan niet gekomen zijn? Dan heb ik u niet noodig."

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek