Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Na dien tijd werden er geen heel witte madeliefjes meer geboren. Allen hebben rose uiteinden aan hun blaadjes; want de Zon stelde deze straf als een gedachtenis. En zoo is het gebleven tot op dezen dag. Daar regeerde eenmaal, in een schoon land een koning, die meende dat hij zeer wijs was; maar in waarheid was hij alleen goedhartiger dan de meeste andere menschen.
De grasperken waren als met madeliefjes en boterbloempjes bezaaid, en in de weilanden, die zich rondom doch op verderen afstand van het kasteel uitstrekten, graasden en loeiden de runderen, en blaatten de schapen, terwijl zij den dorst hunner lammeren leschten.
Op de fluweelen wanden hingen de prachtigste platen van Roodkapje, van Klein-Duimpje en van allerlei andere menschen en dieren uit vertellingen. Gouden lijsten waren om die platen. Soms ook bloemenlijsten. Zoo was er om Goudkindje een goudfluweelen lijst, beschilderd met madeliefjes.
Verder kwamen er vele andere bloemen en dansten allemaal met elkaar: de blauwe viooltjes en de roode duizendschoonen, de madeliefjes en de lelietjes der dalen. Al de bloemen kusten elkaar; het was alleraardigst om aan te zien. Eindelijk zeiden de bloemen elkander goeden nacht; toen sloop ook de kleine Ida naar haar bed en droomde van alles, wat zij gezien had.
Veel duizenden madeliefjes groeiden er, en leefden er hun tevreden leventje. Och, altijd tevreden waren ze wel niet. Er waren zoo nu en dan kleine kibbel-partijtjes tusschen de naaste buren, en kleine kwaadsprekerijtjes, heel zachtjes uitgefluisterd in 't vertrouwelijk schemer-uurtje, als de spiedende Zon wegzonk, een rooden gloed over het weiland achterlatende.
De arme tulp voelde wel al die booze oogen; ze voelde wel het gefluister om haar heen!... Och, hoe gaarne was ze ook klein en wit geworden, net als de madeliefjes: niet opgemerkt wordende, en gewoon mee-doende hun leventje! Maar of ze haar blader-handen al ootmoedig smeekend vouwde en omhoog zag, 't hielp haar niets. Ze had nu eenmaal dien groei, en die kleur, en kon daaraan niets veranderen.
Den ganschen dag stond ze daar stil, rechtop, en drukte haar bladen tegen haar stengel, om toch vooral zoo klein mogelijk plaatsje in te nemen, en niet verwaand te schijnen. Ze was toen héél eenzaam. De nacht kwam; en de madeliefjes gingen slapen, na ginnegappend hun avondgroet te hebben gewisseld, de tulp buiten-sluitende. Volmaakte rust lag over de velden.
Nu had Nellie alle dagen de bosschen bij zich; maar 't was net, of ze niet meer zag, hoe groen de boomen waren. Neen en dan haar eigen verjaardag in de Meimaand, als Clara haar 's morgens in bed een' krans van madeliefjes opzette en allen, allen met bloemen en een klein cadeautje kwamen aandragen, tot zelfs de kleine Wim.
Nu groetten al de madeliefjes, "Zij" was immers een goede bekende! Ze was niet eens groot; véél kleiner dan al de andere tulpen! Heelemaal achteraan stond ze! Als ze haar niet gekend hadden, zouden ze haar nooit hebben opgemerkt! Zoo klein was ze onder de tulpen.... Eén voor één traden de tulpen nader, aan den troon der Zon die hen richtte. Zij richtte hen naar hun aard en hun soort.
Ze is zeker zoo hoog gaan staan, omdat wij anders zouden zien, dat ze ons gouden hart mist! Heb je die zwarte sprieten op haar rood kleed gezien! Dat is een middel te meer om in 't oog te vallen! Ze deed haar kelk maar even los; ze wou zeker 't Licht vangen! Ha! ha! ha! Hi! hi! hi! Ha! ha! ha! schaterden al de madeliefjes.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek