Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Maar daarover komt straks misschien nog wel het een en ander. Mijn werk was een product van veel stille studie, maar vooral van goddelijk ... van gòddelijk lyrisch genieten. Ik voelde, dat lyriek, epiek en dramatiek, dat ik die te zamen noodig had, om mij te uiten, dat die drie moesten samensmelten in volkomen harmonie. En nu ken ik mijn gebreken zeer goed, meneer.... Ik luister!
De lagere lyriek, zij wekt ons medegevoel en onze liefde op: wij lijden en strijden mede met dezen zwaardvechter, wij worden duis-en bewogen als deze wolken; maar de hoogere zij alleen overstraalt en verrukt ons.
In de oudere lyriek, zelfs in den dolce stil nuovo, waren die verpersoonlijkingen nog strakke ernst geweest. Maar bij Orléans zijn de grenzen van ernst en spot niet meer te trekken; hij chargeert de verpersoonlijking, zonder dat het fijne sentiment te loor gaat: "Un jour
Dreigt die verbazing niet om te slaan in een medelijdende afkeuring bij de ontdekking dat het Dante's duidelijke bedoeling is aan zijn schijnbaar zoo spontane lyriek een symbolische, en nog wel een theologisch-moreele duiding te geven?
Neen! een boek als de bijbel, waarin kernachtige wijsheid met geloof en poëzie was vermengd, daar had de wereld behoefte aan; en aan mannen als de Stoïcijnen die zich in hun ziel wapenden tegen moeilijkheden des levens!... Hij had de tastbare werkelijkheid te zeer lief om zich met ijle gedachten te vergenoegen; doch hij bezat een te fijnen geest en te veel neiging om in alles éénheid te zoeken, om in een enkele kunstuiting hetzij beeldende kunst of lyriek bevrediging te verwachten.
De Alexander van PFAFFE LAMBRECHT en het Rolands-lied van PFAFFE KONRAD waren reeds in de eerste helft der 12de eeuw uit het Fransch vertaald; in de tweede helft dier eeuw zou de vertaling eener branche van den Roman du Renart volgen en de Fransche lyriek de ontwikkeling der Duitsche bevorderen.
Voor het eerst hoorde hij haar stem en zoozeer ontroerde hem het nieuw geluk dat hij zich "als dronken van de menigte afzonderde" en vlood naar de eenzaamheid van zijn kamer om daar te peinzen over "deze zeer hoofsche Vrouwe". En hier had de jonge dichter want "reeds had hij uit zichzelf de kunst geleerd in rijmen te spreken" in wiens hoofd de ridderlijke verzen van een Bertrand de Born, een Folquet de Marseille, een Arnaud Daniël en van zoovele andere troubadours klonken, door een "zoeten slaap" overvallen, dien eersten dichterdroom ja, verzonnen, of liever nagebootst naar den vorm, maar doorleefd naar zijn gevoelsinhoud welke het eenvoudig motief wordt voor bijkans zijn geheele verdere lyriek.
VELDEKE'S minneliederen wij zagen het in een vroeger hoofdstuk vertoonen den invloed der Oudfransche lyriek; in hun Middelhoogduitsch gewaad staan zij volkomen op hunne plaats tusschen de werken der Minnesinger, omdat immers ook de Duitsche lyriek van minne zich had ontwikkeld onder den invloed der Fransche.
Evenmin het feit dat deze lyriek achteraf zoo gemakkelijk tot één allegorisch geheel te vereenigen bleek.
Maar in den regel is het toch de vreugde die hij bezingt, de jeugd, de natuur en de liefde, zoals de vaganten dat deden. Waar de »höfische" lyriek liefst elegies het hoofd laat hangen, daar is Walther de zanger van de vreugde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek