Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Eenige weken later, toen het steekspel reeds aan den gang was en men des avonds bijeen zat om Iwein, den held van dien dag, te huldigen, trad plotseling Luned de feestzaal binnen, neeg eerbiedig voor den zetel des konings en zeide: "Sire, wees gegroet! en ook gij, edele ridders, die hier aanwezig zijt, allen behalve Iwein, de trouwelooze, die het hart mijner meesteres gebroken heeft.
Hoe dankte hij God, dat hij te rechter tijd aan de bron was gekomen om haar te redden, aan wie hij zooveel verschuldigd was? Met ontroerde stem sprak hij: "Wees niet langer bevreesd, Luned, ik ben Iwein, die tot u spreekt en ik zal u helpen, opdat ik aan u goed moge maken, wat ik tegenover uwe meesteres misdeed. Morgen zal ik op den vastgestelden tijd aanwezig zijn om u te verdedigen.
Hierop verliet zij het vertrek en een oogenblik later zag Iwein, die in droef gepeins verzonken aan het venster bleef staan, haar de binnenplaats oversteken en door een der deuren van het hoofdgebouw verdwijnen. In de vertrekken van hare meesteres gekomen, bleef Luned wachten tot deze uit de kapel was teruggekeerd.
Welnu, luister dan, want de tijd dringt en zoo ge mij helpen wilt, dient dit spoedig te geschieden. Mijn naam is Luned en tot voor korten tijd was ik de vertrouwde dienares van eene rijke, edele vrouwe, Laudine genaamd.
Iwein zat onder den boom, en staarde peinzend voor zich uit, het hoofd gesteund op de hand. Vóór hem lag de leeuw, met zijn trouwen blik op het gelaat zijns meesters gericht. Toen deze Luned zag naderen, sprong hij verheugd op, want aan de uitdrukking van haar gelaat zag hij, dat zij goede tijding bracht.
De tijding van hunne aankomst drong spoedig door tot Laudine, die bij het hooren ervan een zucht van blijde verlichting slaakte. Terstond gaf zij bevel, den vreemdeling in hare vertrekken te ontbieden en weldra traden Luned en de Leeuwenridder hare kamer binnen.
Toen verzocht zij om een onderhoud met haar, wat haar gereedelijk werd toegestaan, daar zij tot de meest vertrouwde dienaressen van Laudine, dit was de naam der slotvrouwe, behoorde. Luned vond hare meesteres uitgestrekt op eene rustbank, het hoofd in de armen verborgen, ten prooi aan de diepste wanhoop. "Waarom weent gij zoo, Vrouwe?" vroeg Luned op zachten toon.
"Het zij zoo", antwoordde Luned, "wat ik zeide, was voor uw eigen bestwil, maar gelijk meestal het geval is: onbaatzuchtige raad vindt zelden een goed gehoor". Met deze woorden verwijderde zij zich langzaam in de richting der deur, maar alvorens zij deze bereikte, riep Laudine, die zich de vele diensten herinnerde, welke Luned haar reeds bewezen had, haar terug en zeide: "Ga niet zoo heen!
In een der hoeken stond een bed, welks dekkleed, vervaardigd van zijden damast, afhing tot op den grond, en waarop eenige met goud bestikte kussens lagen. Luned noodigde haren gast uit zich ter ruste te leggen en daar Iwein uitgeput was door den strijd en den langen rit, gaf hij gaarne gevolg aan haar verzoek.
Iwein groette eerbiedig Laudine en alle verdere aanwezigen, zonder echter zijn vizier op te lichten, daarna wendde hij zijn paard in de richting van den hofmeester en zijne broeders, die Luned van verraad beschuldigd hadden en daagde hen met luider stem uit ten strijde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek