Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Er rees een algemeen noodgeroep in het klooster op, en al de ridders en wapenknechten, die zich daar of in de Loove bevonden, grepen naar hunne wapens en liepen dooreen, als waanden zij zich door eenen machtigen vijand verrast of bedreigd. Na eene wijl kwam de veldheer Gervaas Van Praet in het klooster, om te vernemen wat er geschiedde.
Het duurde niet zeer lang of een vreugdekreet ontsnapte hem; want hij zag den kastelein met den Kerel uit het Gijselhuis komen. De laatste moest dus toegestemd hebben tot het afsmeeken van des graven vergiffenis. Al de verzamelde Kerels vergezelden hunnen makker tot voor de Loove, en begroetten hem en moedigden hem aan totdat hij onder de poort van het paleis verdween.
Disdir stak zijn zwaard in, gaf het bevel aan zijnen plaatsvervanger over en trad binnen de Loove. In de groote zaal, waar het gerechtshof zetelde, was een gedeelte voorbehouden om den ridders toe te laten het uitspreken van het vonnis bij te wonen.
Trad men van den kant der Markt, over de Hofbrug, den Burg binnen, dan zag men schuins voor zich 's Heeren hof, een schoon paleis, met eene overwelfde bovengang, die men de Loove noemde, en waarbinnen de graaf van Vlaanderen, als hij te Brugge zich bevond, zijn hof hield.
Toen hij de Loove tegen den avond verliet, herhaalde hij nog deze onmeedoogende veroordeeling tot groote vreugd der Isegrims, die aldus de verzekering kregen dat al de grondbezittingen, zoowel van Robrecht Sneloghe als van de andere Erembalds, hun tot belooning zouden worden uitgedeeld.
Frumold verliet de zaal en zocht naar den kastelein Hacket. Hij vond hem onder de Loove, met de kommervolle oogen naar het gijselhuis gericht, waar eene gansche schaar Kerels, hetzij staande, hetzij ten gronde zittende, afwachtte wat men in het paleis aangaande hunnen gevangen vriend zou beslissen. "Heer kastelein", sprak hij, "gelief mij te volgen; ik heb u iets belangrijks mede te deelen."
De wapenbode sprak in naam des konings eene vermaledijding en een doodvonnis tegen hen uit, en keerde dan terug naar de Loove. Onmiddellijk daarop begon men in het klooster met nieuwe kracht te beuken, tot verre in den avond.
Dit verlies vergramde den koning uitermate en vuurde dusdanig zijn ongeduld aan dat hij bij dag zijn intrek in de Loove nam en niet zelden binnen het klooster ging om de arbeiders tot vlijt en haast aan te drijven. Nu was hij weder met eenige ridders in het klooster getreden, omdat men hem de voltooiing van den grooten beukram was komen aankondigen.
"Aldus, men heeft u hier veropenbaard wat er in de Loove geschiedt?" mompelde Disdir Vos, het hoofd schuddende. "Gij streelt u met eene ijdele hoop, Dakerlia.
Komt, komt!" Buiten, langs den kant der Love, vond hij nog eene talrijke schaar Kerels, die zich woedend verdedigden, alhoewel het plein schier op zijne gansche uitgestrektheid weergalmde van den roep "Isegrim, Isegrim!" Het gelukte Robrecht, immer door de jonkvrouwen van nabij gevolgd, voorbij de Loove te geraken. Nog een tiental stappen, en hij zou de enge poort van het klooster bereiken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek