Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Was het waar, dat Livingstone, zooals de heer Kirk beweerde, eene ontmoeting met mij zou trachten te vermijden, dan kwam het er voor mij op aan, Oedzjidzji te bereiken, vóór het gerucht mijner komst tot daar kon zijn doorgedrongen.
Willens blind moet men wel zijn, als men het werk van mannen, die in onze eeuw leefden, zooals: Gutzlaff, Huc en Gabet in China, of van Livingstone in Afrika, van weinig beteekenis voor de wetenschap beschouwt.
Maar inmiddels had zich reeds het gerucht verspreid dat de karavaan van een blanke was aangekomen; de voornaamste Arabieren hadden zich voor de woning van Livingstone vereenigd, en deze had zich bij hen gevoegd om te vernemen wat er gaande was. De karavaan hield stil. "Ik zie den doctor," zeide Selim tot mij; "hij is zeer oud."
Deze wees hem af, zeggende dat hij geen dief de hand gaf; waarop Sherif ter verontschuldiging aanvoerde dat hij den Koran had geraadpleegd, en daaruit vernomen had dat de doctor dood was. Aangezien nu de goederen heerloos waren geworden, had hij ze tegen ivoor ingeruild. Dat ivoor had hij weder verkocht, en het daarvoor ontvangen geld verbruikt: in één woord, Livingstone had niets meer.
Hij werd nog te meer in die opvatting versterkt, omdat de Portugeezen hem herhaaldelijk gezegd hadden: "De Tsjambesi is onze rivier; als men van de Nyassa naar Cazembé gaat, moet men den Zambèse oversteken." Niet alleen hadden zij hem dit gezegd, maar ook hunne boeken en kaarten stemden daarmede overeen. Deze verkeerde opgave heeft Livingstone veel moeite en tijdverlies veroorzaakt.
Zijn, ook die uitgegeven, beschik dan andermaal over duizend pond, en desnoods nog eens daarna, maar vind dr. Livingstone. Goeden nacht, mijnheer Stanley, God behoede u!" Stanley reisde af, om Livingstone te zoeken. In 1871 kwam hij te Zanzibar aan.
Dan hare vreugde toen zij mijne dragers gewaar werd: "Een rijk man, mijnheer. Spreek mij niet van die Arabieren! Wat zijn zij, vergeleken met de blanken!" "Wie kon die rijke man zijn", vervolgde Livingstone: "ik was zeer benieuwd dit te weten. Eerst dacht ik dat het een Franschman zou zijn, door zijne regeering gezonden ter vervanging van den luitenant Le Saint.
In 1840 had de held van Afrika, Livingstone, zich aan de rivier Kolobeng in het land der Beetsjoeanen of Boschjesmannen eene woning gebouwd. Zijne vrouw maakte kleeren, zeep en kaarsen, hij zelf was prediker, dokter, tuinman, timmerman, smid en nog honderd dingen meer. De eerste jaren waren zeer zwaar, vertelt hij, omdat lange droogten invielen.
Des avonds na zijne terugkomst ontmoette hij Shouma en Sousi, die bitterlijk weenden; toen hij hen naar de reden hunner droefheid vroeg, ontving hij het antwoord: "Er is niets meer, mijnheer. Sherif heeft alles verkocht!" Een oogenblik later verscheen Sherif zelf, en had de onbeschaamdheid, Livingstone de hand te reiken.
Men weet dat deze stoutmoedige korrespondent van den New-York Herald, uitgezonden om Livingstone op te sporen, hem den 30n October 1971 te Oujiji aan de oevers van het Tanganyika-meer gevonden had. Maar hetgeen Stanley uit een oogpunt van menschelijkheid zoo gelukkig volbracht had, wilde hij in het belang der geografische wetenschap opnieuw beginnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek