Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Voortdurend met allerlei bezwaren en tegenspoeden worstelende, trok de doctor door Babisa, Lobemba, Maroengoe, Ba-Oeloengoe en Loenda. In dit laatste land woont Cazembé, wiens naam het eerst in Europa bekend werd door den portugeeschen reiziger Lacerda. Cazembé is een zeer verlicht vorst.
Kort nadat hij de grenzen van Londa had overschreden, en nog voor hij het gebied van Cazembé had bereikt, was Livingstone eene groote rivier overgestoken, die men de Chambezi noemde. De gelijkheid van naam had hem aanvankelijk in den waan gebracht, dat hij den Zambèse voor zich had, en dat deze rivier dus in geene betrekking hoegenaamd stond met den Nijl, waarvan hij de bronnen opspoorde.
Aan het hof van Cazembé ontmoette onze reiziger een grijsaard, Mohammed-ben-Selim geheeten, een arabischen kleurling, dien de koning gevangen hield, omdat hij zijne gangen wantrouwde. Livingstone maakte van zijn invloed op den vorst gebruik, om Mohammed in vrijheid te doen stellen; en daar zij beiden denzelfden weg volgden, nam hij het voorstel van den Arabier aan, om te zamen te reizen.
Hoewel hij niet kon begrijpen, welk belang de blanke man er bij hebben kon om zich bekend te maken met wateren die hem vreemd waren, twijfelde hij er toch niet aan of dit geschiedde met goede bedoelingen. Cazembé vroeg daarop aan den reiziger wat eigenlijk zijn doel was, en waarheen hij zich dacht te begeven.
Hij keerde daarop naar Cazembé terug, nu bij ondervinding wetende wat de portugeesche berichten en kaarten waard waren, en met steeds klimmende belangstelling den loop dezer rivier volgende, die zich tot dusver onafgebroken naar het noorden richtte.
Deze, voor de aardrijkskundige wetenschap zoo uiterst belangrijke en vruchtbare nasporingen, brachten Livingstone ook aan den oever van een meer, ten noordoosten van het gebied van Cazembé, en waaraan de inboorlingen den naam geven van Liemba, naar de landstreek, die ten zuiden en ten oosten aan het meer grenst.
Livingstone antwoordde, dat het zijn wensch was naar het zuiden te gaan, aangezien hij vernomen had dat daar meren en rivieren waren. "Het is niet noodig daarvoor naar het zuiden te gaan," hervatte Cazembé; "er is hier in den omtrek water in overvloed."
Van het begin van 1867, toen hij bij Cazembé kwam, tot in Maart 1869, toen hij te Oedsjidsji verscheen, is hij bijna onophoudelijk bezig geweest met het ophelderen en herstellen van deze dwaling. Toen hij den strijd ontdekte tusschen de berichten zijner voorgangers en wat zijne eigene aanschouwing hem leerde, keerde hij op zijne schreden terug.
Hij werd nog te meer in die opvatting versterkt, omdat de Portugeezen hem herhaaldelijk gezegd hadden: "De Tsjambesi is onze rivier; als men van de Nyassa naar Cazembé gaat, moet men den Zambèse oversteken." Niet alleen hadden zij hem dit gezegd, maar ook hunne boeken en kaarten stemden daarmede overeen. Deze verkeerde opgave heeft Livingstone veel moeite en tijdverlies veroorzaakt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek