United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijn en ook Leo's adres is: Mme Sénéquier, Rue du Midi. Naar Parijs gaan kan ik helaas niet meer. De reis is mij te vermoeiend, ik ben heel zwak. Schrijf mij, zoodra gij zijt aangekomen en dezen brief hebt gelezen, waar gij zijt, wat gij doet, enz. Nu het niet mogelijk is elkaar te zien moeten wij elkaar maar schrijven. "Geheel de uwe N. Tolstoi." Nikolaas Tolstoi stierf den 20 September 1860.

Maar voor een schrijven tegen Luther was hij nog niet te vinden. Paus Adriaan VI, na Leo's dood tot paus verkozen, en uit Leuven met Erasmus bekend, deed hem het verzoek de pen tegen Luther op te nemen, en naar Rome te komen. Het laatste wijst Erasmus af met beroep onder anderen op zijne gezondheid, en ook van het eerste weet hij zich met zeer vernuftige redenen te ontslaan.

"Zij vertelde dat eenige dagen te voren Sergius Tolstoi uit Pirogoff bij hen geweest was, dat Nikolaas nog altijd met 'Marietje' in Moskou vertoefde, maar dat Leo's vriend D... er onlangs geweest was, en over de zenuwziekte van zijne vrouw geklaagd had.... In moeilijke quaestiën wendde tante zich altijd tot haar neef Leo, en legde zij zich ten slotte bij zijne meening neder.

En het is een verdienste van den schrijver, dat hij dit kunstenaarsschap zoo goed heeft doen uitkomen; dat hij ons Leo's plots-ernstig streven, midden-in zijn chaotisch en dolzinnig leven, naar ernst en toewijding aan zijn kunst laat zien; dat hij deze figuur zekere fijnheden laat doen en uitspreken, die ons onverklaarbaar zouden schijnen in, wij mogen wel zeggen: een dergelijken woesteling, indien die woesteling niet tevens kunstenaar ware.

Ofschoon Tolstoi den zomer van het jaar 1858 niet geheel te Jasnaja Paljana doorbracht, maar voor eene poos naar Moskou ging, stelde hij meer en meer belang in het leven der boeren en deed hij pogingen om hun nader te komen. Fet haalt in zijne Herinneringen een verhaal aan van Leo's broeder, dat op dien tijd betrekking heeft en met den fijnen humor, Nikolaas eigen, geschreven is.

"Kom, kom, grootpa! gij weet wel dat mijne uitvallen harder klinken dan ze gemeend zijn; gij weet wel dat ik veel wat mij tegen is met luchtigheid drage om uwentwil; maar van mij te eischen dat ik goedkeuren zoude wat mij ergert, of niet toejuichen wat zoo geheel mijne instemming heeft als Leo's uitspraak van daareven, dat is te veel gevergd, zulke zelfbeheersching zal ik nooit kunnen oefenen."