Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


In lijnwaad gewikkeld, onderscheidt de arm zich bijna niet van het gesteente; toch krijgen we wel de gewaarwording, dat onder al de plooien van de stof dat lichaamsdeel zich beweegt, zich opheft en voortschuift. Zoo ook, dat onder het doodskleed het lijf zich opricht, zich kromt. In de richting van de voeten is alles nog rust; daar smelten, om zoo te zeggen, stof en stof nog in een.

Als hij onverschillig voortslentert, houdt hij den kop omlaag, kromt den rug naar boven en sluipt in schuinsche richting tamelijk langzaam over den weg; zoodra hij echter een ontdekking doet, die hem belangstelling inboezemt, b.v. als hij een spoor vindt of een argeloozen buit opmerkt, verandert zijn voorkomen geheel.

Ze richt zich op, kromt lui den rug, geeuwt nòg eens, ziet de vlinders, de witte vlinders. Weer sluipt ze, als straks bij de musch, tred voor tred van het grijs sluwe lichaam. Ze kruipt langs de planten, loert, loert met groene, harde oogen. De eene vlinder twinkelt heen over de schutting. De ander heeft een vleugel gebroken. Ze fladdert zacht op een struik.

Het is, alsof iedere spier afzonderlijk geoefend moest worden, als voerde de danser op bevel van den dokter gijmnastische toeren uit. Ook het gezicht wordt daarbij niet vergeten de mond wordt heen en weer, de oogleden op en neder getrokken, de baard kromt en spitst zich als eene levende slang.

Saartje althans weert onbewust de moederhand af, die haar diepen slaap komt verstoren, wijkt naar de achterste hoek der bedstee terug, en kromt zich schier tot een bal ineen, met het hoofd op de knieën. Een klagend geween vervult eensklaps het vertrek. 't Is Sander, het jongste der knaapjes.

De weg kromt zich, en juist als één galopsprong verder, vasten grond zou doen verliezen aan 't voorspan, wenden zich de paarden, en slingeren het voertuig den hoek om. Ze vliegen de berghoogte op, die ge een oogenblik vroeger niet zaagt, en ... de afgrond ligt achter u.

De bewegingen van den Nylgau zijn zeer eigenaardig wegens de zonderlinge houdingen, die hij soms aanneemt. In gewone omstandigheden stapt hij op soortgelijke wijze als de andere Antilopen; zoodra hij echter in opgewonden toestand verkeert, kromt hij den rug, trekt den hals in en sluipt langzaam voort, terwijl hij de omstanders loensch aanziet en sombere blikken op hen werpt.

Zelfs het vaderland heeft voor mij niets aantrekkelijks, zoolang het zich onder den voet des geweldenaars kromt. Welnu, vriendin, wilt gij aan het gefolterde vaderhart de rust hergeven, wilt gij...?" »Ik wil, ik wil, Phanes!" antwoordde Rhodopis met ongeveinsde blijdschap. »Gij hebt mij geene bede gedaan, gij hebt mij een voorrecht geschonken.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek