Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 september 2025
Men ziet dus, dat de opheffing der Alpen een werk van langen adem is geweest, en dat de verschillende ketenen, waardoor die bergstreek in verschillende deelen verdeeld is, niet uit denzelfden tijd dagteekenen. De binnenste ketenen behooren tot de eocene of misschien wel tot de krijtperiode; die welke daarop volgen, tot de miocene, en die aan den rand tot de pliocene periode.
De talrijke vormen van die groep met rechte, gebogen of aan het uiteinde omgekrulde schelpen zijn het kenmerk der krijtperiode. Reeds tijdens de Juraperiode vindt men hieronder eene groote verscheidenheid van vormen; die verscheidenheid blijft nog tijdens de krijtperiode voortduren, en zelfs komen er nog nieuwe typen bij.
De krijtperiode, die op de Juraperiode volgt, voltooit de geschiedenis der secundaire periode. De krijtperiode Indien gij, waarde lezer, met aandacht blz. 179 van dit werk beschouwt, en de doorsnede van den Artesischen put van Grenelle te Parijs bestudeert, dan hebt gij de beste voorbereiding voor de studie der laatste periode van het secundaire tijdperk, de krijtperiode.
Zoo strekte zich in de krijtperiode eene uitgestrekte zee uit over de geheele streek, die wij zooeven genoemd hebben, in de omstreken van Parijs, van Bar-le-Duc ten oosten, tot le Mans ten westen, en van Bourges ten zuiden tot Engeland en nog verder. Eene andere zee bedekte een deel der Pyreneën, de Zee-alpen, Savoye en Perigord. De Juraketen is vóór de krijtperiode opgerezen.
In 1816 en 1818 werden nieuwe stukken op dezelfde plaats gevonden en in 1819 een geheel skelet. In 1824 gaf Cuvier eene volledige verhandeling over dat merkwaardige wezen in het licht. Na dien tijd heeft men er verscheidene gevonden in verschillende lagen der lias- en Juraformatie, maar nooit meer na het midden der krijtperiode.
Wat de zeedieren betreft, kan men zeggen, dat zij de typen der oölithische periode voortzetten; alleen komen in de krijtperiode betrekkelijk veel koppootige weekdieren met weinig gewonden schaal voor. Wij zeiden zooeven, dat de krijtformatie begint met kalksteen, zand en klei, zoodat er nog eenige overeenkomst is met de Juraformatie; eerst in de hoogere lagen vindt men inderdaad krijt.
Bij de zoogdieren vindt men in die periode geen vooruitgang; de minst ontwikkelde zijn soorten, die zooals wij zagen, reeds in de liasperiode zijn opgetreden. Wat ons het meest treft in de duizenden en tienduizenden eeuwen der Jura- en krijtperiode, is zeker wel het feit, dat onmetelijke tijdstippen op elkander volgen, zonder dat de natuur hoogere wezens schept dan kruipende dieren.
Vormt dit landschap niet eene wereld, die geheel van de onze verschilt? Zou men zich die kunnen voorstellen, als men de versteeningen niet ontdekt had? Die bewoners der secundaire periode zijn allen op het laatst der krijtperiode verdwenen. Toen heerschte over de geheele aarde het klimaat der tegenwoordige tropen; tot op de hoogste breedten heeft men dezelfde planten en dieren teruggevonden.
Gedurende al die eeuwen schijnt de temperatuur niet de minste schommeling te hebben ondergaan; hoogstens heeft men uit het voorkomen der bezinkingen de periodes van betrekkelijke vochtigheid en droogte trachten af te leiden. In het midden der krijtperiode wordt de toestand anders, en kan men het begin eener verkoeling naar het noorden waarnemen.
In de eocene periode kan men zeggen, dat Europa zijnen tegenwoordigen vorm en zijne bergketenen verkregen heeft. Reeds in het einde der krijtperiode was eene rijzende beweging gevolgd op de groote daling tijdens de krijtformatie.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek