Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


«Laat zij bekend wordenzeiden de vleermuizen, en de kippen kakelden en de hanen kraaiden: «Laat zij bekend worden! Laat zij bekend wordenEn zoo ging de geschiedenis van kippenhok tot kippenhok, en kwam eindelijk op de plaats terug, vanwaar zij eigenlijk uitgegaan was.

De klaaroogde kinderen, die tusschen varkens en honden als tusschen prettige speelkameraden over den grond rolden, kraaiden het uit van pleizier. Een jonge vrouw, aan den arbeid voor den maaltijd van het gezin, zat op den huisdrempel groenten tot moes te wrijven, vlak naast een reusachtig zwijn, dat zijn rug schuurde tegen den deurpost.

De vogels sjilpten zoo vroolijk op het dak, de hanen kraaiden elkander zoo gezellig hun morgengroet toe, het zonnetje scheen zoo heerlijk. 't Was een genot, buiten te zijn. 't Werd langzamerhand drukker en levendiger om mij heen.

En de dieren der aarde, leeuwen, slangen, beren, herten, gemsen, wolven, honden en katten brulden, sisten, bromden, schreeuwden, huilden, jankten, mauwden verschrikkelijk. En de hanen kraaiden, en al de geesten verzwonden, buiten een booze bergvorst, die Uilenspiegel en Nele elk bij een arm nam en ze vrij onzacht naar beneden smeet.

De Van Rijsseltjes gilden, kraaiden van blijdschap, en Marianne wuifde hen lachend met de hand en allen wuifden en riepen terug. Tusschen de zuilen der verandah zagen zij Truus met Suzanna en haar man, Arnold Van Stralenburg. Klaas deed na een breeden, ratelenden draai om den vijver zijn paarden stil houden.

Truitje, Myntje en Pietje, meenende te moeten ontkennen dat er iets haperde aan hare wyze van opgroeien, kraaiden nu ook mee. 't Overige gezelschap schreeuwde er van-tyd tot-tyd 'n woordje tusschen. Er kwam weer 'n boodschap van de juffrouw van achter-onder, die met de politie dreigde. De kinderen maakten gebruik van de opschudding, om hun konsigne te breken.

Toen kraaiden de patrijzen alle drie driemaal, en een er van vloog op den hoed van den jonker, waar het zitten bleef. "Mag ik schieten, jonker?" riep hij. De jonker wuifde vriendelijk met de hand van ja. Hij lei aan het hoen viel.

Zij gilden en zongen, en stampten met hun klompen op de klinkende straatkeien, om de rustige, slapende burgers ook eens goed te ergeren; zij schudden aan de enkele, nog brandende lantarens in de stille, donkere straat; zij keften tegen de razend-keffende hondjes achter de gesloten deuren, kraaiden op 't gekraai der hanen, en bootsten ook het gemiauw van katten na; en midden op de brug van het kanaal dansten zij hand aan hand een ronde, stampvoetend dat de ophaalketens in hun hengsels ervan schommelden en klapperden.

Zij sliepen hoofd tegen hoofd, in malkander verloren en opgenomen, om nat van den dauw, bibberend wakker te worden, als het eerste licht opstond en de smoor nog op het veld en in de hooioppers lag getresd. 't Was dag. De bloemen waren nog gesloten, maar hanen kraaiden, een hond baste, een koekoek riep van uit het bemiste bosch.

En allen moesten schaterlachen. Op het veld, langs de eenzame wegen, begon langzamerhand leven en beweging te komen. Karren dokkerden in de verte, hanen kraaiden overal, roepstemmen galmden. Onzichtbare maaiers waren ergens aan het werk en in de ijle, stille lucht, hoorde men af en toe de zeisen slijpen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek