Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Dorpen zijn zeldzaamheden; de nachtverblijven zijn gebouwd op de plaatsen waar paarden en koetsiers moeten rusten; alleen ziet men hier en daar tegen de berghelling nog eene boerderij.

We worden er nu stil onder. Wanneer zullen we Ispahan zien? De versche paarden. Het zijn kwade beesten, die schoppen in plaats van te trekken. Wij hebben een koetsier op den bok en een ander vóór de paarden, die niet vooruit willen. Toen gingen de koetsiers duwen. Van het imposante landschap zagen we op deze wijze niets.

Als dienstbaren worden zij tot verschillende betrekkingen gebezigd, en vooral worden die oude paarden-vrienden dikwijls door het rijk als voerlieden bij goederen-transporten gebezigd, terwijl zij zeer gezochte koetsiers en stalmeesters zijn.

Baedeker beweert, dat de Napolitaansche koetsiers bekend zijn om hunne insolentie. Het is mogelijk, maar Vincenzo is een ideaal. Hij vindt het alleen prettig je nu en dan een lira meer te vragen dan het tarief, want het zit hem in het bloed je liever wat af te zetten, dan op een fooi van je te rekenen. Maar dat is ook zijn eenige ondeugd.

Daar stonden zij, stil proestende, als twee verscholen misdadigsters, terwijl de dikke Emilie al haar best deed het gordijn niet te doen uitpuilen. Zij hoorden Fine open doen. Zij hoorden, dat Georges en Lili binnenkwamen, en zij hoorden de twee koetsiers, die de koffers binnenbrachten. En zij hoorden de stemmen van Georges en Lili door elkaâr roepen: Dank je, Fine, dank je wel!

Met welke gezigten zullen zij elkander aanzien, denkt gij, wanneer zij deze taal vernemen, en bemerken dat zij de minderen geacht worden van matrozen en koetsiers? Onderwijl zijn zij zalig in hope, dank zij mijne gunst." De lofrede op zichzelve, welke Erasmus de Dwaasheid laat houden, is gedeeltelijk onopregt, naar men ziet.

Overigens moet ik erkennen dat de koetsiers, oud en jong, veel zorg voor hunne paarden hebben. De paarden zijn eene soort van dubbele hitten, gewoonlijk isabelkleurig met zwarte manen en staarten; de manen kort afgeknipt, zoo dat ze als een borstel op den nek staan, en op het hoofd in een paar flinke blessen uitloopen.

Maar als wij het hek der plaats in het verschiet zagen, en de heerlijke oprijlaan, die van de huizinge tot den straatweg voert, instoven, dan werd de dreumis van den tuinman of de deerne des koetsiers, die achter de traliestijlers in schaduw der oude linde speelden, moedwillig met een tikje bedreigd, dan kreeg het ros er een, en wij renden!

Maar geen van de ezeldrijvers of koetsiers, die bij de poort stonden te klagen, hadden heden tijd om aan fra Felice te denken. De grijsaard waggelde heen en weer in zijn wijde duffel pij. Hij was zoo klein en mager, dat er meer kracht in de pij dan in den monnik scheen te zijn. Het leek alsof de pij den ouden fra Felice staande hield.

Te midden van die sneeuwjacht kunnen de koetsiers haast hun honden niet onderscheiden. Aan de snelheid, die de sleden nu en dan krijgen, zou men zeggen, dat het terrein daalt. De wind drijft ons voort; maar hij alleen zou zoo'n versnelling niet kunnen verklaren. Die gedaante van het terrein verontrust mij.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek