United States or Estonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ik terugkwam stond er eene volle terrine met geelachtig beslag, en vrouw Barberin schuurde met een bosje stroo de koekepan schoon en onder den schoorsteen vlamde een hoog vuur, dat Mattia onderhield door er voortdurend stukken hout op te werpen.

Deze worden niet geschrapt, maar dun geschild en aan reepjes gesneden; men fruit eenige uijen in de koekepan, roert daar een lepeltje meel door en het noodige zout, voegt het bij de wortelen en giet er een weinig kokend water op. Zoo laat men ze goed gaar koken, en schudt er bij het opdoen boter en gehakte pieterselie door. Winterwortelen met appelen.

Gedurende het laatste uur voegt men er champignons, volgens A No. 12 bereid, en eenig wittebrood bij. Men laat den jus verkoken tot men zooveel als men begeert overhoudt. Biefstuk. De lappen biefstuk moeten een paar vingers dik zijn; zij worden geklopt, met zout en peper bestrooid, dan in bradende boter in de koekepan gelegd en op een levendig vuur gebraden.

Bokking wordt uitgehaald, van de graat ontdaan en dan opengelegd, met zout en peper ingewreven en in de koekepan gebakken. Gebakken oesters. Men druppelt een weinig citroensap op de oesters, wentelt ze in geklutste eijeren, met wat foelie; daarna in gestooten beschuit, en bakt ze dan een oogenblik in boter, maar niet te lang, daar zij dan hard zouden worden. Mosselen.

27. Kerrysoep. Men neemt 1 1/2 pond mager rundvleesch en één pond kalfsvleesch, aan dunne repen gesneden; men wentelt het in meel en fruit het in de koekepan: 5 groote uijen snijdt men aan schijven en bruint die ook. Dit alles laat men 4

Op 7 1/2 ons vleesch rekent men 1 1/2 ons rijst. Ossenlappen. De ossenlapjes worden goed geklopt, in meel gewenteld, en dan in de koekepan met boter bruin gebraden; vervolgens gestoofd met zout, nagelen en gehakte chalotten of gefruite uijen. Ossenhaas in gelei.

Op welke wijze men de koeken bakt, er moet, tot zij worden omgekeerd, een deksel op de pan gelegd. Wentelbeschuit. Men neemt 1 1/2 k. melk, roert daardoor 6 geklutste eijeren, 3 lepels suiker en wat foelie of citroenschil; hierin weekt men 18 keukenbeschuiten, waar de melk goed moet intrekken, zonder dat zij echter breken en die dan in de koekepan met boter worden gebakken.

Dan hebben wij geen haast; laten wij dan maar over de pannekoeken praten; later hoor ik dan wel eens van u wat er voor mij aan die Parijsche reis is gelegen; daar hij vanavond zijne uien niet in onze koekepan zal komen fruiten, hebben wij al den tijd aan ons. Hebt ge eieren? Neen, ik houd geen kippen meer. Wij hebben geen eieren meegebracht, omdat wij bang waren dat zij onderweg zouden breken.

De boter wordt week geroerd, dan langzamerhand de suiker en de eijeren en de amandelen er bij gevoegd, en dit tezamen een kwartier beslagen. Vervolgens voegt men het meel er bij, spreidt het deeg in de koekepan redelijk dun uit, en bakt den koek licht bruin. Men bestrijkt hem met gelei. Kristalkoek.

Vervolgens bakt men ze in de koekepan met boter of reuzel tegelijk met schijven van ongeschilde zure appelen, die men bij het opdoen op stapeltjes tusschen het vleesch zet. Men kan ook, in plaats dat men de rolpens in eijeren wentelt, bij iedere schijf in de pan een lepel pannekoekbeslag voegen en ze daarin, op beide zijden, bakken.