Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Daarentegen zegt men: het schip ~klieft~ de baren, immers . is de verbreking der deelen van voorbijgaanden aard; . water is een vloeistof en . het doel is niet het water te scheiden, maar men wil den nadruk leggen op het schip zelf, door aan te duiden, dat het snel vooruitkomt. Ruwe diamanten moeten meestal worden. De blanke duiven door de stille avondlucht.

En nu, laat ons uit deze hel naar buiten treden. Elk uur vaart eene boot van Soraing naar Luik: er is geen beter gelegenheid denkbaar om het prachtige panorama te overzien, dat zich voor onzen blik ontrolt. De ranke, lichte boot klieft de groenachtige wateren; eene verkwikkende koelte stijgt op uit den schoot der rivier; telkens wijken en naderen de bergen langs de schilderachtige oevers.

Het sneeuwwit vaandel is gedrenkt in 't bloed nu van den Moor, Het onbeheerde krijgsros draaft de omwoelde vlakte door. Gelijk de bliksem 't luchtruim klieft, zoo schittert in de hand Van Roderick het scherpe zwaard; en mèt hem houden stand Alvarez Fannez, Gustior, en enk'le trouwen meer. Maar ziet, o bange schrik, de Saracenen velden neer Het strijdros van Alvar Fannez, den grooten, eedlen held!

Het schouwspel was werkelijk grootsch. Voor mij echter, die er geen deel aan had genomen en weinig vertrouwd was met oorlogszaken, was er iets dat den algemeenen indruk bedierf: de indruk dat al die bewegingen, van al die drukte en dat geschreeuw, eigenlijk nutteloos waren. Onwillekeurig kwam de vergelijking mij voor den geest van een man, die uit alle macht met zijn bijl de lucht klieft.

Dirk, de kashouder, of Daan, de correspondent, zijn zoo min dezelfde Daan of Dirk meer, welke zij vóór twintig jaren zijn geweest, welke zij, behoudens de natuurlijke overgangen van den leeftijd, beloofden te zullen blijven, als het paard, dat altoos een paard wordt geheeten, hetzelfde dier is, wanneer het in jeugdigen overmoed de lucht van gehinnik doet daveren en heiningen overspringt en stroomen klieft, en als het in een tuig gespannen, dat het voor jaren zou hebben gescheurd als rag, den molen rondstrompelt, blind en lam, met den vilder in het verschiet.

Hij dringt binnen, hij klieft de walmende rookwolken door, hij stort zich in den bak, ja.... daar bij den ingang vindt hij haar, die hij miste, maar spraak- en roerloos nedergezegen. Hij poogt haar op te heffen: de leden zijn reeds verstijfd, en terwijl hij in radeloozen angst haar omhelst, bedwelmt ook hem de stikdamp: morgen zal men beider samengeklemde lijken terugvinden.

Nu flauwt zij heen, Maar blinkt weer, wijl de golven bleeker worden En wijl de gloênde draên van wolkenweefsels Verrafelen in bleeke lucht. Ze is weg! En door dier toppen wolk-gelijke sneeuw Trilt het rozige zonlicht. Hoor ik niet De Aeolische muziek van haar zeegroen Gevedert, dat de roode daagraad klieft?

Ga, door uw wervelwind-voetige paarden Over de steden van den mensch gedragen; Snel nu nog eens rondom de ronde wereld De zon voorbij, en blaas, terwijl uw wagen De ontgloeide lucht klieft, in die bochtge schelp, Zoodat haar machtige muziek bevrijd wordt: 't Zal zijn als donder, menglend met klare echo's. Kom dan terug, en woon naast onze grot. En gij, o Moeder Aarde! Ik hoor, ik voel.

Hem verheugt gekletter der zwaarden, het breken der schilden, 't Drinken van 't kokende bloed, dat spat uit de wonden der strijders. Allen vergaan! 't Zwaard klieft den helm; De lansen doorboren en harnas en schilden, Vlammen verteren de woning der vorsten, Stormrammen breken de borstwering af. Allen vergaan! Hengist, uw stam is daarheen Horsa, uw naam is niet meer!

Het Godsschip bevaart de Godszee, Rondwentelend, staag, om nimmer te vergaan, Zonneschijn, storm, koude, hitte voor altijd weerstaat, voorbij snelt, draagt het dezen, De waarheid en de bestemming der ziel bevat het, Het vloeiende ledig in 't rond en vooruit klieft en doordringt het, En steeds voort, door geen tegenspoed opgehouden, door geen anker vastgehouden, door geen klip geraakt, Vlug, vroolijk, voldaan, niets dervende, niets verliezende, Elk oogenblik in staat en bereid het logboek open te slaan, Het Godsschip bevaart de Godszee.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek