Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Als in een droom stelde Parcival zich teweer, toen hij aangevallen werd, maar nochtans slaagde hij erin zijn aanvaller uit het zadel te lichten. Het gebeurde herhaalde zich, toen Heer Key, vergramd over den nederlaag van zijn vriend, waarvan hij op eenigen afstand getuige was geweest, den rooden ridder aanviel. Ook hij werd van zijn paard geworpen en brak daarbij een arm en een been.

De koningin, wier nieuwsgierigheid geprikkeld werd door deze toespelingen, gaf den spreker vriendelijk ten antwoord: "Wat ik u bidden mag, let niet op de woorden van Heer Key; wij allen weten immers, dat zijne woorden vaak boozer schijnen, dan zij werkelijk bedoeld zijn en wat uw verhaal betreft, zoo verzoek ik u, ons dat niet te onthouden.

Toen Colgrevance dan ook ophield met spreken, barstte Iwein los met den uitroep: "Gij deedt wel, waarde neef, met ons te vermelden, wat u overkomen is en ik zweer u bij onze vriendschap, dat ik den smaad, u aangedaan, zal wreken!" Nauwelijks had hij deze woorden gezegd, of opnieuw kwam Key tusschenbeide. "Hoort gij het allen goed?" riep hij uit.

De koning en koningin begaven zich intusschen naar hunne eigen vertrekken om enkele oogenblikken rust te nemen, alvorens zich opnieuw in het feestgewoel te mengen. Enkelen onder 's konings vertrouwde ridders betrokken de wacht voor zijne vertrekken. Onder hen waren Segramore, bijgenaamd de Begeerige, Colgrevance, Key, de seneschalk en Iwein, de zoon van koning Uriens van Wallis.

Matig u toch, zulk een optreden strekt u niet tot eer!" "Eer, eer!" gaf Key den binnengetreden ridder ten antwoord: "wat bazelt gij over eer, Heer Lanceloet! Zou ik niet het recht hebben, om een ellendigen keukenjongen, een deugniet, die waarschijnlijk het ouderlijk huis ontvlucht is, op zijne plichten te wijzen?

Op dit oogenblik weerklonk het geluid van naderende hoefslagen en omziend bemerkte hij een ridder, die in gestrekten draf vanuit de richting van het paleis hem achterop kwam rijden. Het was Heer Key. Toen hij de plek genaderd was, waar Gareth hem in alle kalmte opwachtte, riep hij uit: "Wat beteekent het, dat gij u op dit uur buiten het paleis bevindt?

Woedend over dezen uitval trok Heer Key zijn zwaard, om den jongeling voor zijn overmoed te straffen, maar Gareth was hem vóór en eer Key wist, wat er geschiedde, werd hij uit het zadel gelicht en lag hij languit op den grond. Terwijl Gareth vol voldoening op hem neerzag, trad er iemand tusschen de struiken te voorschijn. Het was Heer Lanceloet, die van daar uit het gevecht had gadegeslagen.

Naar het uiterlijk schenen zij drie eenvoudige landlieden, die van verre gekomen waren, om hun vorst te begroeten. Gareth had zorg gedragen, dat zijne kleeding in geen enkel opzicht afweek van die zijner reismakkers. Hoe Gareth als keukenjongen bij koning Arthur in dienst trad en hoe hij door Key gehoond werd.

Hijzelve zal in dien tusschentijd zijne taak overnemen en zóó goed kwijt hij zich daarvan, dat nòch Arthur, nòch Mark, nòch Key erin slagen kunnen hem eene zijner zeugen afhandig te maken.

Deze laatste was met zijn gansche gezin, waaronder ook Arthur, thans een knaap van vijftien jaren, naar Londen getogen om bij dit wapenfeit van Key tegenwoordig te zijn. Op het laatste oogenblik, even vóór de strijd zou beginnen, bemerkte Key, dat er eene kleinigheid haperde aan zijn zwaard, waardoor het in den strijd onbruikbaar zou zijn.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek