Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


Den volgenden dag, 30 Januari, kwam de Nautilus weer boven, doch wij hadden geen land in het gezicht; de richting was N.N.W. en wij naderden de zee van Osman, tusschen Arabië en Voor-Indië, waarin de Perzische golf hare monding heeft. Wij voeren in een zee zonder ingang. Waar bracht ons kapitein Nemo toch heen?

Dadelijk schaarden zich de kapitein, de officier, de stuurman en de Duitschers om den Indiaan en den ingenieur heen, ten einde alles nauwkeuriger van hen te vernemen. Daar klonk opeens van den wal, een eind ver lager dan de plaats waar de stoomboot lag, een luide schreeuw. "Dat zijn Jonge Beer," riep de Indiaan.

"Mijn naam is McCoy", kwam het antwoord, en het geluid ademde zachtheid en medelijden. "Ik bedoel, ben je de loods?" McCoy liet de zegening van zijn blik gaan over den langen, zwaar-geschouderden man met het verwilderde, ongeschoren gezicht, die naast den kapitein was komen staan. "Ik ben even goed loods als iemand anders", was het antwoord van McCoy.

"Aan boord! aan boord!" riep kapitein Pencroff. Maar men moest eerst flink ontbijten en het kwam den kolonisten zelfs niet onraadzaam voor om provisie aan boord te nemen, voor het geval dat de tocht tot den avond mocht duren.

Craig en Fry drongen niet verder op de zaak aan, doch zij voelden zich volstrekt niet zoo gerust als de optimistische kapitein Yin. Een jonk van driehonderd last, al was de lading dan ook niets waard, moest dien »braven lieden", zooals Yin de zeeroovers noemde, toch voordeel genoeg opleveren om er eens een kansje op te wagen, meenden de agenten van de Eeuw.

Een werk gaf mij zelfs een juiste tijdsbepaling aan de hand, namelijk een, dat in den loop van 1865 verschenen was, waardoor ik kon opmaken dat de reizen van de Nautilus tot geen vroeger tijdperk opklommen; derhalve had kapitein Nemo zijn onderzeesch leven eerst sedert drie jaar begonnen. Overigens hoopte ik dat nieuwere werken mij dien tijd misschien nog nauwkeuriger zouden kunnen aanwijzen.

De kapitein deed een greep en Andries voelde zich met zulk een krachtigen ruk opgetild, dat hij met het halve lijf boven water kwam. »Grijp mij nu niet beet! Grijp me niet beet!" riep Van Halen, in grooten angst dat Andries dien noodlottigen misgreep zou doen. »Wees niet bang!" gorgelde Andries.

»Ga je gang, mijn waarde Hod," antwoordde Sir Edward Munro, »maar denk aan 't geen Banks je gezegd heeft." »Ja, kolonel." Kapitein Hod, Fox en Goûmi, met uitmuntende jachtkarabijnen gewapend, verlieten het kamp en verdwenen onder de hooge vijgeboomen, die aan de rechterzijde van den weg stonden. Ik was zoo vermoeid van de warmte en de vermoeienissen van den dag, dat ik liever thuis bleef.

Op zijn veertiende jaar ging hij naar zee, en als hij tot dien tijd school gegaan heeft, dan kan hij, want zijn hoofd was buitengewoon helder, als een wel ontwikkeld jongeling aanboord gekomen zijn. Al dadelijk dient echter gezegd, dat zijn eerste Kapitein niet zijn bloedverwant was.

Harriwell drong er op aan dat hij nog wat zou blijven, maar Bertie stond er op onmiddelijk met de Arla weg te zeilen naar Toelagi, waar hij heel dicht in de buurt van het huis van den resident bleef, totdat de volgende boot kwam. Er waren dames-touristen op het stoomschip, en Bertie was weer een held, terwijl kapitein Maloe, zooals gewoonlijk onopgemerkt bleef.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek