Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Toen maakte hij al de andere vogels jonkvrouwen; en hij ging met Jorinde naar huis; en zij leefden nog lang te zamen heel vergenoegd. Een vader riep zijne drie zonen bij zich; den eenen gaf hij een haan, den tweeden een zeis, den derden een kat. »Ik ben al oud,« zeide hij, »mijn dood nadert; en eerst wilde ik jelui verzorgd hebben.
Jorinde zong: »Mijn vogeltje met ringetje rood, »Zingt droef, droef, droef! »Het zingt voor 't duifje, zingt zijn dood, »Zingt droef, droef, ti-uut, ti-uut.« Joringel keek naar Jorinde. Jorinde was veranderd in een nachtegaal die zong »ti-uut, ti-uut.« Een uil met gloeiende oogen, vloog driemaal om haar heen, en krijschte driemaal »hoe-oe-oe!«
Er waren vele honderd nachtegalen; hoe zou hij nu zijne Jorinde terug vinden? Nu zag hij dat de oude stilletjes een mandje met een vogel nam, en er mee naar de deur ging. Hij springt er heen, en raakt het korfje met de bloem en ook de oude heks. Nu kon zij niet meer tooveren, en daar stond Jorinde! zij hield hem om zijn hals en zij was zoo mooi als ooit vroeger.
Om nu eens vertrouwelijk te kunnen spreken, gingen zij te zamen in het woud. »Pas op,« zeide Joringel, »dat je niet te dicht bij het slot komt.« Het was een mooie avond: de zon scheen licht tusschen de stammen op het donkere groen van het loof, en de tortelduif koerde klagelijk op de oude meibeuken. Jorinde schreide, en zette zich in den zonneschijn en weeklaagde.
De bloem heeft hij afgeplukt en is er mee naar het slot gegaan. Alles wat hij aanraakte met die bloem, was verlost van tooverij. Ook droomde hij, dat hij door die bloem zijn Jorinde terug kreeg. 's Morgens toen hij wakker werd, is hij gaan zoeken, en doorzocht berg en dal of hij zulk een bloem kon vinden. Hij zocht tot aan den negenden dag, toen vond hij des morgens een bloedroode bloem.
Eindelijk kwam de vrouw terug en ze sprak met een doffe stem: »gegroet Zachiël, als de deern in de korf steekt, bind los, Zachiël, te rechtertijd!« Toen was Joringel los; hij viel voor de vrouw op de knieën en smeekte, dat zij hem zijn Jorinde zou terug geven; maar zij zeide, dat hij haar nooit terug kreeg, en toen ging zij weg.
Nu was er eens een jonkvrouw, die heette Jorinde; zij was schooner dan alle andere meisjes, en zij en een schoon jongeling, Joringel, hadden zich verloofd. Zij waren in de bruidsdagen, en zij hadden groote vreugde in elkaar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek