Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


De fijne bolsters hebben den drang van 't jonge leven niet langer weerstaan. Tusschen de zware stammen zijn de heesters reeds geheel met lichtgroen omhuifd, en ook de iepen en beuken tooiden zich reeds met een zachtgroen waas. De rosse knopjes der eiken glimmen hooger, bottende in 't zonlicht.

Dan zwierven we langs de mooie Heeren- en Keizersgrachten en dronken daar, onbewust, de schoonheid in van de vorstelijke koopmanshuizen, het stille water, de gewelfde steenen bruggen, de oude iepen. Die herinner ik me nog alle. Zondagsmorgens kon het daar zoo vredig zijn. Vooral onder kerktijd liepen er maar weinig menschen. Gereden werd er haast niet.

Hoog stormden de iepen hun vrachten vlas-groene dronkenschap op tegen de neêrbruisende gouding, de bruingouden stammen, los en week, gloeiden op en neêr, als zuilen van vloeyend goud hun lijven hoog en laag kristallend door de ruimte. De bloemen kleurden door het vuur, vliegend, schietend, hoog in de lucht, laag op den grond.

Dit is al keus genoeg, immers de Plataan is reeds boven genoemd; dezen zie ik echter liever geheel vrij staan. Veelal wil men zulk een hoekje gebruiken voor een priëel. De Esch wil met zijn hangende takken vrij kunnen groeien, en niet door de toppen van die Iepen belemmerd worden.

Het was nog helder dag, maar de zon, die 's middags die klaarheid warm had gekleurd stond laag in de lucht, schuin achter de iepen van den straatweg, en de klaarheid van den dag werd koeler, onverschillig.

De hongerige diertjes vlogen er gretig op af; maar nauwelijks hadden zij al tjilpend hunne vreugde te kennen gegeven over het onverwachte maal, of daar kwamen uit de iepen een paar ruwe snuiters van kraaien neergestreken, die het arme kleine grut met snavelstooten verjoegen, en nu aan het voedsel zich tegoeddeden met echten bandietenlust. »Vort, leelijkers, vort!" riep Berendina, ten toppunt van verontwaardiging.

Er lagen een aantal flinke hoeven verspreid in het rond alle ver af; er stonden een tien of twaalf iepen bij de kerk, wat schrale esschenstammetjes langs den straatweg, een rijtje knotwilgen hier en daar aan eene sloot; dan, wijd aan den horizon, eene enkele boomgroep en een paar dorpstorens, ziedaar geheel het landschap.

Evenals in het aangrenzend Bergen treft hier den wandelaar het aangenaam schouwspel eener hooge, met dicht kreupelhout en koele bosschages bewassen duinhelling; en van die Heerlijkheid af, welke Borselens, Brederodes, en Nassaus onder hare vroegere bezitters telt, tot aan ons klein Schoorl toe, gaat men, langs een bevallig slingerenden zandweg, ter wederzijde altijd in do schaduw van eiken, iepen, berken en allerlei geboomte, langs welks stammen zich hier en daar het klare duinwater in kronkelende beekjes voortdringt, en waartusschen zich aan weerskanten, van afstand tot afstand, de kleine stulpjes der bewoners vertoonen, aan de westzijde niet zelden half in het duin begraven en van boven grauw van bloeiende mossen en knoestige zwam.

's-Gravenzande bestaat in hoofdzaak uit een lange, breede straat, in het breedste deel met twee rijen iepen en twee rijen linden, en verder met een dubbele rij boomen beplant, terwijl in het midden van het dorp een breed schaduwrijk plein gevonden wordt. Het dorp heeft een net, kleinburgerlijk uiterlijk, zonder dat iets aan zijn aanzienlijke en oude afkomst herinnert.

Verder nog er naast waren de strepen wintergras, als de kortgeknipte schedel van een onderaardsche reus, afwisselend van éen tot tien meter breed, waarbinnen de dikke stammen van de overgroote iepen zich als knoestige zuilen in wijde rijen paalden. Achter de boomen stonden, schraal, de ijzeren en houten hekken van de zes, zeven buitens aan elken kant, tot aan het eigenlijke dorp.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek