Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Te vergeefs protesteerde Hymir dat zijn gewoon vischterrein bereikt was en dat hij de verschrikkelijke Midgardslang zoude kunnen ontmoeten als zij zich nog verder waagden; Thor roeide met volharding voort, totdat hij dacht dat zij vlak boven dit monster waren. Op donkeren bodem onder zilten vloed, Lag neer de reuzenslang in sluimering zoet, Er is geen macht die haar ontwaken doet.
Hymir had een bang vermoeden, waarom de sterke bestrijder van de reuzen wel tot hem gekomen kon zijn. Nochtans liet hij drie stieren uit de stallen halen en gereed maken voor het maal. Thonarr at er twee van op. Daardoor was de reus wel eenigszins gerustgesteld en hij zeide: "Morgenavond moeten wij drieën maar ieder voor onzen eigen kost zorgen."
Oostwaarts woont Van Elivagar d' Alwijze Hymir, Aan 's hemels end. Mijn heer, trotsch van zin, Bezit een vat, Een grooten ketel, Een mijl diep. Saemunds Edda.
Thonarr zeide, dat hij wel wilde gaan visschen, als Hymir zorgde voor het aas. Maar deze antwoordde hem: "Kunt gij, die bergvolkeren overwint, niet zorgen voor uw eigen aas? Ga naar de kudde: ik dacht, dat gij aan de stieren gemakkelijk aas zoudt ontnemen." Toen stond Thonarr op, liep naar het woud, greep er een os en brak hem den kop af. Den volgenden avond voeren zij in een boot uit op zee.
Zeker zijn er Keltiese sage-elementen bij. Zoals wij reeds gezien hebben waren er oude Ierse verhalen van een ketel waarin altijd genoeg te eten was, en van andere merkwaardige talismans als een lans en een zwaard; verder de sage van de gewonde koning Artus die nog steeds in leven is op het tovereiland Avalon, en er zijn zonder kwestie sagen bij de Britten in omloop geweest van de romantiese jacht die hun helden de gehele wereld door maakten op wonderbare talismans, evenals Jason het gulden Vlies was gaan zoeken, Herkules de appelen der Hesperiden, Thor de wonderbare ketel van Hymir en de appelen van Idun, of de helden van de Kalevala de molen van Sampo.
Toen Hymir naar huis kwam, verborg Tyr's moeder de beide gasten onder de vele ketels, die opgestapeld lagen in de hal, "want" zeide zij "mijn lieve man is menigmaal slecht van humeur, en dan niet erg gul voor gasten." "Heil Hymir" sprak ze, toen deze, met ruig bevroren baard, zwaar de zaal in stapte, "heil! Wees welkom in onze woning en goed zult gij voor gasten zijn.
Toen Tyr en Thor vertrokken, de laatste met den grooten pot op zijn hoofd in plaats van een hoed, riep Hymir zijn broeders de vorstreuzen, en stelde voor, dat zij hun hevigen vijand zouden vervolgen en verslaan. Toen hij zich omkeerde, merkte Thor plotseling wat zij wilden, en herhaalde malen Miölnir naar de reuzen werpend, versloeg hij hen allen eer zij hem konden inhalen.
Nergens konden de goden zijn ketel ontdekken, totdat Tyr vertrouwelijk Thonarr in het oor fluisterde: "Ver in het Oosten, waar de hooge hemel met het wilde water samen komt, daar woont Hymir, de wijze. Een geweldig-grooten en stevigen ketel bezit er mijn vader. Als wij er heen gaan en het listig aanleggen, zullen wij dien wel medenemen."
Dit hoorende bood Thor dadelijk aan, een goeden ketel te verschaffen en trok uit met Tyr om dien te halen. De twee goden reisden oostelijk van Elivagar in Thors geitenkar, en, deze verlatend bij het huis van den boer Egil, Thialfi's vader, gingen zij te voet naar de woning van den reus Hymir, van wien men wist dat hij een ketel had, een mijl diep en naar verhouding wijd.
Zij reden samen weg, reisden een heelen dag lang, en kwamen eindelijk, ver van Asengaarde aan de oostelijke zee. Daar gingen zij de hallen van Hymir binnen en ontmoetten er de grootmoeder van Tyr, die negenhonderd hoofden had, en zijn moeder, om wie een glans van goud lag als zonnegloed om barre bergen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek