Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Het is voor ons in dezen tijd, nu wij riet- en beetwortelsuiker hebben, en zelfs chemische verzoetende middelen in voortdurend en algemeen gebruik zijn, moeilijk te realiseeren, dat van de oudste tijden af tot de vijftiende en zestiende eeuw, er feitelijk geen andere zoetigheid was in de heele wereld dan honing; en ons dus voor te stellen wat een voorname plaats het bijenbedrijf moet hebben ingenomen bij alle volken.
Komisch is hij in zijn naieven lofzang op den honing, niet minder in de deftigheid waarmede hij een wijs spreekwoord te pas brengt; hij, de gulzigaard, over het "maathouden"! Dan zien wij "arm man Brune" in de knijp: met een bebloeden kop, zonder wangen, met slechts één oor, drijft hij vloekend de rivier af; hijgend van inspanning, steunend van pijn, ligt hij op den oever; liever dan Reinaerts bittere grappen te verdragen, springt hij opnieuw in het water.
Deze geestelijke heeren vervaardigen kappen en gordels van zeehondenvel; zij schilderen met olieverf en snijden kunstig beeldwerk in hout; zij bereiden het leder, breien wollen kousen, en gieten en smeden ijzer; zij spinnen vlas en linnen; zij polijsten steenen; zij maken vilten schoenen en slobkousen, rijtuigen en sleden, touwen en kabels, tinnen en houten borden en schotels, en bloemen van papier; zij verstaan de kunst om vruchten in te leggen en om korfjes en mandjes te vlechten van de schors van den zilverden; zij zagen en houwen steenen; zij vellen en kappen boomen; zij smeden ankers en zoeken honing uit; zij teekenen plannen voor altaren, kerken, kloosters, en weten uitnemend met de borduurnaald om te gaan; en al wat zij in deze zoozeer verschillende vakken leveren, is een model van zorgvuldige, smaakvolle, degelijke bewerking.
De bijen van den klomp, die het dichtste bij de raten zijn, breken de volle cellen open en de honing wordt aangenomen en doorgegeven tot iedere bij haar schamel deel heeft ontvangen. Zuinigheid behoort nu tot de schoone kunsten.
Nadat hij hem heelemaal met honing had ingewreven, bestoken had met kleine veeren en hem een keten in den mond had gedaan, een masker voor het gelaat en in de eene hand een groote stok had gegeven en in de andere twee groote honden, die hij van de slagerij had gebracht, zond hij iemand naar den Rialto, die bekend maakte, dat wie de engel Gabriël zien wilde naar het San Marco-plein moest gaan.
Loebas, de hond, stond er bij, en wat er geklatst werd, slabberde hij gulzig op. Pallieter was uitermate blij om den zoeten overvloed, hij zong dat het galmde, en Charlot hield haren mond niet stil over den honing en het weer.
Niemand mag er iets van merken dat wij samen gesproken hebben. Ge hebt volkomen gelijk, Kwakkeltje, ge hebt gelijk, zooals altijd. Maar mijnheer Cascabel, pas vooral op dat ge aan Ortik en aan Kirschef niets merken laat.... Dat zal niet gemakkelijk gaan, maar wees maar niet ongerust, ik zal hen honing om den mond smeren. Zulke bandieten!
Gedurende al dien tijd heeft hij het vrije gebruik van de provisiekamers, en hij is constant bezig zich met honing vol te stoppen, als hij niet de gevolgen van zijn vratigheid ligt uit te slapen in een gezellig uithoekje van den korf. Maar honing is niet zijn éénig noch zijn hoofdvoedsel.
En toen nu de tijd dáár was en de vrouw den korf oplichtte om den honing er uit te nemen, zag zij en het was wonderbaarlijk om te zien een kapel, gebouwd door de bijen, met een altaar er in, en de muren van een verwonderlijken kunstigen bouw en versiering, en met vensters op hun juiste plaats, ook een deur en een toren met klokken.
Gedurende de twee eerste dagen doet zij niet veel anders dan onopgemerkt rondscharrelen tusschen de bezige menigte, steeds toenemende in kracht en stevigheid. De tweeden dag ziet men haar uit de open honing- en stuifmeel vaten nippen, waarvan er altijd enkele hier en daar tusschen de broedcellen zijn aangebracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek