Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 oktober 2025


Hier vond hij zijne gezellen naar den kant der Hofpoort in eenen schrikkelijken strijd gewikkeld. De vijand was binnen den burg! Aan het geroep "Isegrim, Isegrim!"

Robrecht wilde den wal aan den linkerkant der Hofpoort beklimmen; maar Yorg Koevoet hield hem terug en zeide: "Neen, niet langs dezen kant; daar staat Burchard. Ontwijken wij den norschen woestaard. Nu ongeveer een half uur geleden, heb ik nog eenen hevigen twist met hem gehad." "Zoo? Waarover?"

Dakerlia en Witta konden dus in volle gerustheid naar huis gaan, en daar onbekommerd op hem wachten. Zou koutende en moeite doende om hun moed in te spreken, leidde hij hen door de Hoogpoort en bijna tot voor zijnen Steen. Hier nam hij echter afscheid van hen en keerde terug naar den burg. Toen hij op het plein trad, zag hij eenen ganschen stoet geladene wagens de Hofpoort binnenrijden.

Eens sterk genoeg, zouden zij van den wal dalen en bij middel van door hen medegebrachte werktuigen de Hofpoort openen, om het overige hunner mannen een vrijen doorgang te bieden. Gelukte die list, zooals zij haar hadden berekend, dan viel de burg nog voor den morgen in hunne macht en werden de slapende Kerels verrast en verplet.

Zij maakten een gruwelijk misbaar, rukten zich haren en krullen uit het hoofd en verwenschten opnieuw de onzalige ridderboeken, die al deze ellende hadden veroorzaakt. Nog raasden zij op deze wijze tegen hare eigen hoofden en tegen die verwenschte romans, toen de hofpoort knarsend op hare verroeste hengsels draaide en de kruiwagen met den gewonden ridder voor de deur stilhield.

Tot dezen avond!" De kastelein richtte zijne stappen naar de Hofpoort; Bertulf trad in de proostdij en zette zich daar in eene kamer voor eene tafel waarop eenig schrijfgerief lag. Hij bleef lang, met den blik in de ruimte, den toestand der zaken overwegen.

"Blijf welgemoed; ik zal zooveel mogelijk over jonkver Dakerlia en over uwe zuster waken...." "Heb dank om uwe edelmoedige vriendschap, kanunnik; mijne droeve ziel overlaadt u met zegeningen; mijn gansch leven blijf ik u dankbaar." Ludgaard verwijderde zich met den wapenbode. Achter hen werd de Hofpoort gesloten en de stormegge nedergelaten.

Toen hij den muur had beklommen langs de zijde der Hofpoort, waar nu zijne ooms stonden, zag hij op de Markt eene groote menigte wapenknechten en ridders staan die, omdat de vredevlag waaide, uit nieuwsgierigheid den burg waren genaderd of met poorters vermengd aan het twisten en aan het kouten waren over des graven schat en over de vrijlating der Kerels.

Hij hield dus stil, luisterde scherp toe en geloofde reeds, dat een nieuw avontuur in aantocht was, totdat hij zich eindelijk overtuigde, dat het de huilende stem van zijn schildknaap was, die hij hoorde. Terstond wierp hij zijn paard om, keerde in strompelenden draf naar de herberg terug en reed, daar hij de hofpoort gesloten vond, rondom het huis, om ergens een ingang te vinden.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek