Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


Bovendien bevat elke bovenkaakshelft nog twee hoektandvormige tanden, waarvan de voorste als hoektand, de achterste als kies wordt beschouwd. De drie tanden zijn van elkander en van de van de vijf volgende, aaneensluitende, groote kiezen door wijde tusschenruimten gescheiden.

De Smalneuzen gelijken op den Mensch, wat neusmiddelschot en gebit betreft. Zij verschillen er echter van, doordat in de bovenkaak, tusschen hoektand en snijtand, een ruimte voorkomt, waarin bij gesloten bek de spits van den grooten onderkaakshoektand past. Geen enkele Smalneus heeft een grijpstaart.

Elke bovenkaakshelft bevat in den regel drie snijtanden, waarvan de voorste de grootste is; slechts bij uitzondering volgt hierop één hoektand; in elke onderkaakshelft is slechts één breede, beitelvormige snijtand aanwezig; de hoektand ontbreekt hier steeds; bovendien worden in iedere kaakhelft 1 valsche kies en 4 ware maaltanden gevonden.

"Morgen avond om zeven uur kunt gij bij mij komen, om mede te deelen, hoe het met het werk staat. Ge behoeft u niet te overwerken. Een paar uurtjes in Day's Music-Hall zullen u na volbrachte dagtaak geen kwaad doen." Dit zeggende lachte hij en ik zag, dat zijn linker hoektand zeer slecht met goud was geplombeerd."

De onderkaak bevat behalve een aaneengesloten reeks van 5 kiezen, aan weerszijden 4 voortanden, waarvan 3 als snijtanden en de vierde, die er door een kleine tusschenruimte van gescheiden is, als hoektand wordt beschouwd. De maag bestaat uit slechts drie afdeelingen, omdat de boekmaag wegens zijn geringe grootte bij de lebmaag gerekend kan worden. De hoornen ontbreken.

Naast die punten van overeenkomst is er een punt van verschil, dat ons treft, zoodra wij de kaak van een mensch met die van eenen dryopithecus vergelijkt: in de kaak van den mensch is de eerste achterkies sterker dan bij den dryopithecus, de hoektand en de voorkiezen zijn echter zwakker; dat verschil is van groot gewicht, want de verkorting der voortanden staat in verband met het weinig vooruitsteken van het gelaat, en is dus een bewijs voor de voortreffelijkheid van den mensch; de mensch kenmerkt zich vooral door eene buitengewone ontwikkeling van de beenderen, die de hersens, den zetel der gedachten, omgeven, en eene zóó sterke vermindering der aangezichtsbeenderen, dat zij niet meer eenen snuit, maar den gevel van het hoofd vormen."

De leden van de onderorde der Herkauwers of Tweehoevigen zijn, ondanks haar grooten vormenrijkdom, innig aan elkander verwant: zij zijn gehoornd of ongehoornd, fraai gevormd of plomp gebouwd, bevallig of leelijk; hun grootte wisselt af binnen zeer wijde grenzen. De volgende kenmerken hebben zij onderling gemeen: de hals is lang en zeer lenig, de kop aan het voorhoofd zeer verbreed en dikwijls met hoornen of geweien, met groote, levendige, niet zelden buitengewoon schoone oogen en met goed gevormde, overeindstaande ooren versierd; de lippen zijn beweeglijk, dikwijls onbehaard en bijna altijd zonder snorren of borstels; de staart bereikt slechts zelden het hielgewricht, maar is bij de meeste soorten kort. Het lichaam is bedekt met een kort, dicht, nauw aanliggend en zacht haarkleed, dat zich aan den hals, de kin en op den rug soms tot manen, en aan de spits van den staart soms tot een kwast verlengt. Nooit is het borstelig, dikwijls echter buitengewoon fijn, wollig en gekroesd. De kleur is zeer verschillend. Zeer veel overeenstemming bestaat er in het maaksel van de tanden, de samenstelling van het gebit en den bouw van het geraamte. 6 snijtanden in de onderkaak, geen (slechts zelden 2) snijtanden in de bovenkaak, 2 hoektanden in de onderkaak, geen hoektanden in de bovenkaak (bij sommige echter 1 hoektand in elke kaakhelft), 3

Het gebit van het Nijlpaard komt nog het meest overeen met dat van het Zwijn, waarvan het, minder door het aantal dan door den vorm der tanden, verschilt. In ieder kaakhelft bevinden zich 2 snijtanden, 1 hoektand en 7 maaltanden; het gebit bestaat dus uit 40 tanden.

Het stevige vel ligt overal glad tegen de overige lichaamsdeelen aan. De beharing is kort, maar dicht, bij de Amerikaansche soorten van het midden van den kop tot aan het kruis bij wijze van manen verlengd. Het gebit bestaat uit drie snijtanden en één hoektand in iedere kaakhelft met 7 maaltanden in iedere helft van de bovenkaak en 6 in iedere onderkaakshelft.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek