United States or Hong Kong ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verleenen de in kleuren- en vormenrijkdom als met elkander wedijverende gebouwtjes reeds op zichzelf een schilderachtig karakter aan de oude stad, nog bekoorlijker is hun verschijning, waar zij, langs de havens geschaard en als het ware daaruit oprijzend, hun teekenachtige lijnen en vroolijke kleuren in het water doen weerkaatsen.

Zij liggen in de wijde vlakte, in al den grilligen vormenrijkdom van haar koepels en minaretten, haar oude vestingmuren, en het verspreide groen harer tuinen, schemerend door het waas van den lichten nevel, die hen omhult, aan den voet der indrukwekkende bergen, die nog grootscher schijnen door de wijde uitgebreidheid der vlakten aan hun voet.

De plantengroei op den grond en op de hellingen der wegen is dicht en weelderig; hooge varens en distels staan er tusschen rose en paarse heide, en al die lage gewassen herbergen een wereld van de grootste verscheidenheid en ongehoorden vormenrijkdom, een wereld van insecten en vliegen en vlugge mieren, die lasten torsen grooter dan zij zelve.

Het ijzeren hek van het koor, waar bisschop Maurice ligt begraven onder een tombe, waarop zijn beeltenis prijkt in geciseleerd en geëmailleerd brons; de zilveren kandelabers van de Capilla Mayor, het hoogaltaar, de medaillons, die de pijlers van den hoofdbeuk versieren, de grootsche trap, die naar het Pellejeria-portaal voert, het zijn allen meesterstukken van smeed-, ciseleer-, en beeldhouwkunst, waarbij groote vormenrijkdom wordt beheerscht door den zuiversten smaak.

Natuurlijk bezoeken zij ook wel deze wouden, althans gedurende den tijd, waarin hunne verwonderlijk prachtige bloemen geopend zijn. De vormenrijkdom der Kolibries in een gewest hangt echter niet af van het aantal bloemen, maar van haar veelsoortigheid.

Op het tegenwoordige standpunt van onze faunistische kennis mogen wij aannemen, dat de bergstreken van Zuid- en Middel-Amerika tot woonplaats dienen aan het grootst aantal soorten van de familie der Kolibries en haar vormenrijkdom het duidelijkst openbaren.

De plantengroei op den grond en op de hellingen der wegen is dicht en weelderig; hooge varens en distels staan er tusschen rose en paarse heide, en al die lage gewassen herbergen een wereld van de grootste verscheidenheid en ongehoorden vormenrijkdom, een wereld van insecten en vliegen en vlugge mieren, die lasten torsen grooter dan zij zelve.

De leden van de onderorde der Herkauwers of Tweehoevigen zijn, ondanks haar grooten vormenrijkdom, innig aan elkander verwant: zij zijn gehoornd of ongehoornd, fraai gevormd of plomp gebouwd, bevallig of leelijk; hun grootte wisselt af binnen zeer wijde grenzen. De volgende kenmerken hebben zij onderling gemeen: de hals is lang en zeer lenig, de kop aan het voorhoofd zeer verbreed en dikwijls met hoornen of geweien, met groote, levendige, niet zelden buitengewoon schoone oogen en met goed gevormde, overeindstaande ooren versierd; de lippen zijn beweeglijk, dikwijls onbehaard en bijna altijd zonder snorren of borstels; de staart bereikt slechts zelden het hielgewricht, maar is bij de meeste soorten kort. Het lichaam is bedekt met een kort, dicht, nauw aanliggend en zacht haarkleed, dat zich aan den hals, de kin en op den rug soms tot manen, en aan de spits van den staart soms tot een kwast verlengt. Nooit is het borstelig, dikwijls echter buitengewoon fijn, wollig en gekroesd. De kleur is zeer verschillend. Zeer veel overeenstemming bestaat er in het maaksel van de tanden, de samenstelling van het gebit en den bouw van het geraamte. 6 snijtanden in de onderkaak, geen (slechts zelden 2) snijtanden in de bovenkaak, 2 hoektanden in de onderkaak, geen hoektanden in de bovenkaak (bij sommige echter 1 hoektand in elke kaakhelft), 3

Hier schilderachtige mozaïeken van zand- en baksteen: sterren, kruisen, bloemen, vlammen; daar een rijke ornamentatie van koppen en cartouches; ginds weder keurig bewerkte friezen, afwisselend met een overstelpenden vormenrijkdom voor het varieeren van den ontlastingsboog, die meestal de vierkante vensters overwelft.

Kindergeniën en godenbeelden uit marmer en brons kwamen uit het gras te voorschijn, en deze geheele tooverwereld was bijeen gebracht in een kleine ruimte en maakte door haar kleuren- en vormenrijkdom, haar geuren, gezang en gekweel een overweldigenden indruk op de verbeeldingskracht, en niet op die der kinderen alleen.